Gemeenten steken 300 miljoen in voetbal

static

Nederlandse gemeenten hebben de afgelopen vijf jaar zo'n driehonderd miljoen euro gestoken in betaald voetbalclubs. Het ging hierbij bijvoorbeeld om skyboxen die gemeenten huren of het kwijtschelden van de stadionhuur. Dat meldt de NOS op basis van een enquête waaraan 28 wethouders van de in totaal 33 steden waar betaald voetbal wordt gespeeld aan meededen.

Gemeenten gaven geen directe subsidies. Staatssteun is immers verboden. De helft van de gemeenten blijkt de club het afgelopen seizoen op een of andere manier te hebben gesteund met bijvoorbeeld een lening, bankgaranties of shirtsponsoring.

Uit de enquête, waaraan alleen wethouders van Deventer, Doetinchem, Rotterdam, Tilburg en Volendam niet deelnamen, bleek woensdag verder onder meer dat de gemeenten nauwelijks zicht hebben op de financiële situatie van de clubs, ook als ze er financieel bij betrokken zijn. Zes wethouders houden wel toezicht op het geld, bijvoorbeeld doordat ze een zetel in de raad van commissarissen hebben.

De wethouders gaven gemiddeld een 7,7 om aan te geven hoe belangrijk ze 'hun' club vinden. De meesten hebben de economische waarde van de betaalde voetbalclub in hun gemeente echter nog nooit onderzocht.

Woensdag kwamen 23 gemeenten met betaald voetbalorganisaties binnen hun grenzen bijeen wegens de nijpende financiële situatie waarin het betaalde voetbal in Nederland zich bevindt. Een aantal clubs hebben de afgelopen tijd een beroep gedaan op de lokale overheid voor financiële steun. Sommige gemeenten gingen hierop in en steunden 'hun' club, andere gemeenten besloten dit niet te doen.

De gemeenten willen hun samenwerking verder verbeteren, zo hebben ze besloten. Hiertoe richten ze daarom het Platform Betaald Voetbal op.