'Officiersopleiding voedingsbodem wangedrag'

Redactie

De officiersopleidingen van de krijgsmacht zijn een voedingsbodem voor ongewenst gedrag. Dat blijkt uit een onderzoek naar de 'omgangsvormen' bij de opleidingsinstituten van de krijgsmacht, dat demissionair minister van Defensie Eimert van Middelkoop (ChristenUnie) vrijdag naar de Kamer heeft gestuurd. Hij kondigt verscherpte maatregelen aan.

De conclusie van het onderzoek, dat in 2008 werd aangekondigd, luidt dat de omgangsvormen en de sfeer bij de opleidingsinstituten 'in algemene zin overwegend positief' zijn. "Leerlingen voelen zich doorgaans gesteund door hun medeleerlingen en er is veelal sprake van een sterke groepscohesie."

Ruim een derde van de leerlingen heeft wel eens te maken gehad met een vorm van ongewenst (seksueel) gedrag of met pesten, waarbij vrouwen vaker het lijdend voorwerp zijn dan mannen. Pesten komt minder vaak voor dan seksueel ongewenst gedrag, maar leerlingen hebben hiervan wel meer last, stellen de onderzoekers.

Klachten worden doorgaans serieus genomen. Wel is sprake van 'enige schroom', omdat de klagers vrezen voor negatieve gevolgen.

Een negatief oordeel wordt geveld over de officiersopleidingen, die worden gekenmerkt door tradities en een hoge mate van sociale controle. De gesloten cultuur blijkt 'een voedingsbodem voor ongewenst gedrag te kunnen zijn, terwijl leidinggevenden, instructeurs en kaderleden onvoldoende ingrijpen als zij daarmee worden geconfronteerd'.

Van Middelkoop concludeert dat er voldoende gedragsregels zijn, maar dat er een 'grotere inzet' nodig is om ze na te leven. Daarom eist hij meer aandacht voor het voorkomen van 'structureel pestgedrag'. Ook moet ongewenst gedrag beter bespreekbaar worden. "Uitgangspunt is dat ongewenst gedrag bij Defensie nooit wordt geaccepteerd, ook niet in de besloten context van een opleiding."

Bij opleidingen wordt meer aandacht aan het fenomeen besteed, zodat toekomstige leidinggevenden pestgedrag beter kunnen herkennen.

De vermeende misstanden op de Nederlandse Defensie Academie waarover onder meer De Telegraaf recentelijk berichtte, zijn ook meegenomen in het onderzoek. Daaruit blijkt dat in alle gevallen die zijn gemeld, is opgetreden. Tegelijkertijd heeft het in deze gevallen 'ontbroken aan aandacht voor de gevolgen' van het ongewenste gedrag voor het verdere functioneren van het slachtoffer.

"Ik acht dit een tekortkoming die onverwijld moet worden hersteld." Van Middelkoop kondigt daarom maatregelen aan die de positie van de klagers verbetert. "Het is ten enenmale onjuist dat mensen die zich onheus bejegend voelen en zich daarover tot een leidinggevende, een kaderlid of een vertrouwenspersoon wenden, rekening moeten houden met negatieve reacties uit hun directe werkomgeving."

De onderzoekers namen zes opleidingsinstituten onder de loep: het Landelijk Opleidings en Kenniscentrum Koninklijke Marechaussee, het Opleidingscentrum Initiële Opleidingen, de Koninklijke Militaire Academie (KMA), het Koninklijk Instituut Marine (KIM), de Eerste Maritieme Militaire Vorming en de Koninklijke Militaire School. De 'voedingsbodem voor ongewenst gedrag' handelt specifiek over de KMA en KIM.

In 2006 vond ook al een onderzoek plaats naar seksuele intimidatie binnen de krijgsmacht. Destijds vormde ongewenst gedrag op het marineschip Tjerk Hiddes tegen een vrouwelijke matroos de aanleiding. Een van de aanbevelingen was om binnen Defensie te werken aan een gedragscode die moet leiden tot minder ongewenst gedrag. Die code is inmiddels al een tijd van kracht.