Verhaeren: "Cultuuromslag nodig in het zwemmen"

Volgens zwembondcoach Jacco Verhaeren is het nu de tijd om te gaan kiezen voor een nieuwe cultuur in het Nederlandse topzwemmen. Er kan worden gekozen voor het huidige beleid waarbij op een beperkt aantal nummers wordt gemikt, of dat de investeringen worden vergroot om zo de strijd met grote zwemnaties aan te gaan als Australië en Amerika.

"Als we die landen willen verslaan, dan moeten we eenzelfde model realiseren," zei Verhaeren na het EK langebaan waar zes medailles werden gescoord, ondanks het ontbreken van toppers als Marleen Veldhuis en Ranomi Kromowidjojo.

"Zij hebben echt nog wel een grote stap te maken," zei Verhaeren over de medaillewinnaars in Boedapest. "Zo'n jongen als Verschuren zal op de 200 vrij naar de 1.45 moeten gaan, wil hij écht iets bereiken. Maar goed, gezien zijn progressie heb ik goede hoop dat dat gaat lukken."

Verhaeren wil echter meer dan dat. Hij wil dat de topsportplannen die NOC*NSF later deze maand voorstelt ook daadwerkelijk worden uitgevoerd. Door deze plannen zou Nederland structureel in de top tien van sportlanden moeten komen te staan. Zwemmen zou daarbij het speerpunt kunnen worden, aangezien daar verreweg de meeste medailles in te behalen zijn op de Olympische Spelen.

"We moeten in Nederland durven een keuze te maken," zei Verhaeren, die weet dat goedkeuring van de plannen allerminst een formaliteit is. "Als we dat niet doen, dan moeten we ook niet meer praten over top tien."

De zwembond weet al hoe men het extra geld wil gebruiken. Het aantal betaalde coaches wordt opgevoerd van acht naar dertig tot veertig. De olympische selectie zal moeten worden uitgebouwd naar veertig leden, die geregeld op trainingskamp gaan en er moet een veelvoud van het huidige aantal talenten worden 'opgevist'.

Voor dat laatste element moet er een cultuuromslag in het Nederlandse zwemmen plaatsvinden, meent Verhaeren. "Er moet bij de coaches een bereidheid ontstaan om hun talenten naar een regionaal of nationaal trainingscentrum te laten gaan. Dat gebeurt nu al, maar het kan nog beter. Dat je als vrijwilliger kampioenen kunt maken, is een gedachte die ik bestrijd. Misschien incidenteel, maar absoluut niet structureel. We hebben in Nederland genoeg talenten. Ze moeten alleen nog de weg naar onze trainingscentra vinden."