Uganda verdedigt uitzetting van 1700 Rwandezen

Redactie

De regering van Uganda verdedigde dinsdag de gedwongen repatriëring van 1700 Rwandese vluchtelingen. Dat werd door de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties (UNHCR) veroordeeld omdat het te hardhandig zou zijn gebeurd. Twee mensen kwamen om het leven toen ze tijdens de actie probeerden te vluchten.

De Rwandezen moesten Uganda vorige week verlaten, omdat ze geen vluchtelingenstatus hebben en een veiligheidsrisico vormden, aldus de autoriteiten. In Uganda zijn zorgen over de veiligheid toegenomen nadat op 11 juli een dubbele zelfmoordaanslag aan 76 mensen het leven kostte.

Volgens de UNHCR hebben de Ugandese autoriteiten valse voorwendselen gebruikt om de vluchtelingen het land uit te zetten.

Rwandese vluchtelingen waren bijeengekomen bij een voedseldistributiepunt, maar werden zonder hun bezittingen op vrachtwagens gedwongen, aldus de UNHCR. Op een andere plek dachten vluchtelingen dat ze informatie zouden krijgen over hun asielaanvraag, maar de politie drong zich in de menigte, loste schoten en dwong ook hier de mensen op vrachtwagens. Twee personen kwamen om toen ze van de rijdende truck afsprongen. Kinderen werden gescheiden van hun ouders, maar werden later herenigd. UNCHR zegt bevestiging te hebben gekregen dat er tussen de uitgezette mensen erkende vluchtelingen waren.