Energiebedrijven ten onrechte gesplitst

Redactie

De overheid had energiemaatschappijen nooit mogen verplichten zich op te splitsen in een energiebedrijf en een netbeheerder. Dat heeft het gerechtshof in Den Haag dinsdag bepaald. De splitsingswet maakt volgens het hof inbreuk op het vrije verkeer van kapitaal en is daarmee in strijd met het Europees recht.

In 2006 werd een wet aangenomen waarin staat dat netbeheerders en energiebedrijven niet in één bedrijf mogen zitten. Het idee daarachter was dat energiemaatschappijen met bijvoorbeeld een eigen stroom- of gasnet een oneerlijke voorsprong hebben op concurrenten zonder zo'n netwerk.

Die laatste groep moet namelijk het bestaande netwerk gebruiken om de stroom of het gas bij de consument te krijgen. De consument die voor zo'n energieleverancier koos, kreeg dan ook nog een rekening voor het gebruik van het netwerk van de concurrent.

Om voor een gelijk speelveld te zorgen, moest het netbeheer daarom worden afgesplitst. Het idee daarachter was dat een op zichzelf opererend bedrijf voor iedereen dezelfde kosten in rekening brengt, dus ook bij het bedrijf waar het van is afgesplitst.

De overheid vreesde ook dat de kwaliteit van de netwerken eronder zou lijden. Het hof zegt uitvoerig stil te hebben gestaan bij de argumenten voor splitsing, maar ziet geen 'dwingende redenen van algemeen belang'.

Zo lopen de netwerken geen gevaar omdat andere wetten de energiemaatschappijen ertoe verplichten die goed te onderhouden. De zaak was aangespannen door Essent, Delta en Eneco. Deze bedrijven zijn inmiddels al opgesplitst.