Zweden onderzoekt mensenrechtenschendingen

Redactie

Een openbaar aanklager in Zweden is maandag een onderzoek gestart naar de mogelijke betrokkenheid van Zweedse burgers bij mensenrechtenschendingen in Sudan in de periode 1997 tot en met 2003. Volgens de aanklager, Magnus Elving, is het onderzoek deels gebaseerd op een rapport van mensenrechtenorganisatie European Coalition on Oil in Sudan (ECOS) waarin een verband wordt gelegd tussen het Zweedse oliebedrijf Lundin Oil AB en aanslagen waarbij duizenden Sudanezen om het leven kwamen.

"Er is reden om aan te nemen dat er misdaden zijn begaan en dat er een verband is tussen de misdaden en Zweden", aldus Elvin. Hij weigerde om verdere details te geven.

In het rapport van ECOS, dat op 8 juni verscheen, beschuldigt de organisatie Lundin en een aantal andere bedrijven ervan een overeenkomst te hebben getekend met de Sudanese regering die ervoor heeft gezorgd dat de oorlog in het zuiden van Sudan verergerde. De Sudanese regering wees het consortium van bedrijven in het zuiden van Sudan een stuk grond toe om op zoek te gaan naar olie. Het voorheen rustige gebied werd daarop het middelpunt van de burgeroorlog.

"Er zijn redenen om te onderzoeken of het consortium materiële steun heeft gegeven aan Sudanese veiligheidsdiensten die betrokken waren bij grove schendingen van de mensenrechten", zo staat in het rapport.

Lundin gaf niet direct een reactie op het onderzoek, maar heeft eerder ontkend internationale wetten te hebben overtreden.

Van 1983 tot 2005 werd Sudan verscheurd door een burgeroorlog tussen het islamitische noorden en het christelijke zuiden. In 2003 kwam daar nog eens het conflict in Darfur bij.