Misdaad internationaliseert sneller dan politie

Redactie

De georganiseerde misdaad mondialiseert sneller dan de nationale of internationale autoriteiten kunnen bijbenen. Het gebrek aan een internationaal weerwoord vormt een bedreiging van de vrede en ontwikkeling, soms ook van de nationale soevereiniteit van landen waar politici en militairen worden omgekocht. Dat zegt het VN-Bureau voor Drugs en Misdaad in een donderdag verschenen rapport.

Een internationaal gecoördineerde aanpak is nodig om misdadigers te stoppen. Het vizier moet daarbij ook worden gericht op de juristen, accountants, vastgoedhandelaren en bankiers die de illegaal verkregen winsten helpen 'witten', zegt directeur Antonio Maria Costa.

Het rapport wijst er op dat veel aandacht wordt gericht op de bron van verboden drugs, zoals de opiumproducenten in Afghanistan of de cocatelers in Colombia, terwijl de meeste winsten worden vergaard in de rijke landen waar de drugs naar toe gaan. Zo gaat maar vijf procent van de winst van de heroïnehandel, goed voor 55 miljard dollar, naar de boeren en handelaren in Afghanistan. Op de cocaïnemarkt, waarin 72 miljard dollar omgaat, gaat zeventig procent van de winst naar de tussenhandel in verbruikerslanden.

Ook de opbrengsten van de piraterij voor de Hoorn van Afrika worden zeer ongelijk verdeeld. Van de ruim honderd miljoen dollar per jaar die aan losgeld wordt betaald, gaat maar een kwart naar de zeerovers en de rest naar de georganiseerde misdaad.

Een andere vorm van misdaad die voor de autoriteiten vaak ongrijpbaar is, is cybercrime of misdaad gepleegd via internet. Anderhalf miljoen gevallen per jaar waarin gebruik wordt gemaakt van 'gestolen identiteiten' leveren een verliespost van een miljard dollar op. Cybercrime vormt volgens het rapport ook een toenemend gevaar voor overheden, als hackers elektriciteitsnetwerken, luchtverkeersleidingssystemen en kerninstallaties binnendringen.