Geen shariarechtbanken in Nederland

Redactie

In Nederland zijn geen rechtbanken waar recht wordt gesproken volgens regels uit de Koran. Onderzoekers van de Radboud Universiteit Nijmegen hebben geen aanwijzingen gevonden voor het bestaan van de shariarechtbanken, schrijven (pdf) de ministers Ernst Hirsch Ballin (Justitie) en Eimert van Middelkoop (Wonen, Wijken en Integratie) aan de Kamer.

Uit het onderzoek in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) blijkt wel dat veel moslims in Nederland op kleine schaal bemiddeling en advies vragen op basis van de sharia. Ze kloppen daarvoor aan bij familie, de imam of een andere islamdeskundige.

Het gaat daarbij om vraagstukken over hoe het beste volgens de islamitische regels kan worden geleefd in een westerse samenleving. Het beslechten van geschillen volgens de sharia komt veel minder voor.

Volgens de onderzoekers is de sharia geen recht in officiële zin en zijn er ook geen eenduidige wetboeken met de regels. Er zijn verschillende stromingen binnen de sharia. In westerse landen zijn vaak shariadeskundigen die uitspraken doen over goed islamitisch gedrag in relatie tot de regels van het land.

Voor het onderzoek zijn 93 mensen, een afspiegeling van de moslimbevolking in Nederland en een groep deskundigen, bevraagd over hun kennis van de sharia en hun beleving van de toepassing van de regels. Een meerderheid ziet de sharia in de eerste plaats als islamitische normen en waarden en dus meer als religieus dan als juridisch hulpstuk.

Het kabinet laat in een reactie op het onderzoek weten niet meer bezorgd te zijn over het mogelijke bestaan van shariarechtbanken. Wel benadrukt het kabinet dat het de taak heeft te zorgen dat er geen parallelle samenlevingen kunnen ontstaan, waarbij mensen het recht in eigen hand nemen of voorleggen aan een ander rechtssysteem.

Daartegen worden maatregelen genomen. Zo worden islamitische 'informele huwelijken' in de gaten gehouden. Daarvoor wordt onder meer de maximumstraf op huwelijksdwang verhoogd van negen maanden naar twee jaar. Daarnaast wordt de informatievoorziening over de Nederlandse rechtsorde uitgebreid.

Lees hier (pdf) het volledige rapport.