AIVD ziet vooral dreiging uit buitenland

De bedreiging van de nationale veiligheid komt steeds meer vanuit het buitenland. Daarom richt de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) zich steeds intensiever op ontwikkelingen buiten de landsgrenzen en zal dat de komende jaren ook blijven doen, maakte de dienst dinsdag bekend tijdens de presentatie van het jaarverslag.

Dit soort onderzoeken noemt de AIVD 'forward defence', ofwel voorwaartse verdediging. Het is zaak dat dreigingen worden gestopt nog voordat ze de Nederlandse grens bereiken, stelt de baas van de geheime dienst Gerard Bouman. De AIVD is hiervoor intensiever gaan samenwerken met diensten in het buitenland.

Het onderzoek in het buitenland richt zich vooral op terroristische dreigingen. "Het is niet alleen van belang te weten wie naar het buitenland gaat om jihadistische training te volgen; het is nog belangrijker te weten wat het vermogen is van een buitenlands netwerk om een aanslag te plegen in Nederland of op Nederlandse doelen in het buitenland."

Ook richt de dienst zich op nucleaire, chemische en biologische programma's. De AIVD wil zicht hebben op de technische mogelijkheden, intenties en behoeften van landen als Iran, Syrië en Pakistan. "Onderzoek naar die landen is dan onontbeerlijk."