Pabo'ers gewild op vmbo-scholen

Leraren met een pabo-diploma zijn in trek op vmbo-scholen. Dat blijkt uit onderzoek van het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO). De pabo'ers krijgen veel waardering voor hun pedagogische didactische kwaliteiten en leerlingenzorg.

Twee derde van de leraren in het praktijkonderwijs heeft een pabo-diploma. Scholen mogen geen pabo'ers meer aannemen die na 2006 zo'n diploma hebben gehaald. Deze leraren moeten extra diploma's, de zogeheten eerste- en tweedegraads onderwijsbevoegdheid, halen. Veel scholen vinden dat onzin, blijkt uit het onderzoek.

Volgens SBO-directeur Freddy Weima vinden schoolleiders, leraren en deskundigen dat een pabo-diploma prima aansluit bij het praktijkonderwijs en leerwegondersteunend onderwijs van het vmbo. "De pabogediplomeerden doen het daar zelfs beter dan tweedegraads leraren."

Het SBO pleit voor een herstel van de bevoegdheid van pabo'ers op het vmbo. Na augustus 2006 hebben 850 mensen een pabo-diploma behaald. Deze mensen mogen dus niet in het vmbo aan de slag, maar volgens het SBO is er veel behoefte aan deze leerkrachten omdat veel oudere leraren er mee stoppen.

In het voortgezet onderwijs werken ongeveer 5600 leraren met alleen een pabodiploma. Ongeveer een derde hiervan werkt op een zelfstandige school voor praktijkonderwijs van het voortgezet speciaal onderwijs. Ook werken ze in het vmbo en soms op een havo of vwo. In die gevallen behalen ze vaak een tweedegraads bevoegdheid.