Noodklok over uittocht overheidspersoneel

bennootje

Van de bijna een miljoen mensen die werken in het onderwijs of bij de overheid zijn er over tien jaar zevenhonderdduizend vertrokken of van baan gewisseld. Hiermee staat de continuïteit en de kwaliteit van het onderwijs en van overheidsdiensten onder druk, blijkt uit een toekomstverkenning die demissionair staatssecretaris van Binnenlandse Zaken Ank Bijleveld (CDA) woensdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Een groot deel van het personeel gaat met pensioen: 275 duizend leraren, politieagenten, gevangenisbewaarders en ambtenaren zetten een punt achter hun loopbaan. En het wordt moeilijk om hier weer voldoende geschikte mensen voor terug te krijgen, vanwege toenemende krapte op de arbeidsmarkt of omdat er geen geld is vanwege de economische crisis.

Er moet nu iets gebeuren, waarschuwen de partijen die de verkenning hebben opgesteld. Behalve het ministerie van Binnenlandse Zaken zijn dat het Verbond Sectorwerkgevers Overheid en de Samenwerkende Centrales van Overheidspersoneel. Bij ongewijzigd beleid ontstaan al binnen vier jaar knelpunten in bepaalde beroepen.

Voor veel beroepen, zoals onderwijzer, politieagent, rechter, bouwinspecteur of accountant bij de Belastingdienst, is bovendien een specifieke opleiding nodig. Daarom kan niet worden gewacht met maatregelen tot het huidige personeel is vertrokken. "Zeker niet als de economie weer aantrekt."

Het besef dat de komende jaren forse bezuinigingen nodig zijn, is er. Er moet echter voorkomen worden dat kortetermijnmaatregelen de problemen op de lange termijn verergeren. Dit betekent dat 'heldere keuzes' over de publieke dienstverlening noodzakelijk zijn. Bezuinigingen in de vorm van een vacaturestop leiden tot verdere vergrijzing van het personeelsbestand. En het bevriezen van de lonen leidt weer tot een verslechterde concurrentiepositie met personeelstekorten als gevolg.

De partijen hebben in hun verkenning verschillende toekomstscenario's uitgewerkt. In elk geval dreigen een tekort van geschikte mensen en krappe budgetten. De sociale partners en het ministerie roepen 'alle betrokken partijen' op na te denken over oplossingen en gezamenlijk in actie te komen.