Nog steeds 46 opvarenden vermist

Militaire duikers hebben tevergeefs gezocht naar 46 bemanningsleden van een Zuid-Koreaans marineschip dat vrijdag explodeerde en naar de bodem zonk. De oorzaak van één van de ergste scheepsrampen in de geschiedenis van Zuid-Korea is nog altijd onduidelijk, maar er is geen bewijs dat Noord-Korea iets te verwijten valt.

Duikers probeerden gisteren twee keer het wrak te bereiken. Door de explosie werd het schip bij de betwiste grenswateren opengescheurd en viel de motor uit. Drie uur later zonk het naar de bodem. Een overlevende, de 24-jarige Shin Eu-chong, vertelde zijn familie dat hij nachtdienst had toen hij een harde knal hoorde waardoor het schip in tweeën brak.

Het twaalfhonderd ton zware schip was op patrouille bij het eiland Baengnyeong. Militaire boten en vliegtuigen hebben het water doorzocht op overlevenden. De reddingspoging werd bemoeilijkt door hoge golven en sterke rukwinden. Van de 104 bemanningsleden werden er 58 gered, sommigen hadden brandwonden of gebroken botten.

Aanvankelijk was er vrees dat het om een aanval van Noord-Korea ging en werd het leger in de hoogste staat van paraatheid gebracht. Voor de aanval had Noord-Korea namelijk gedreigd met 'onvoorspelbare aanvallen' op de Verenigde Staten en Zuid-Korea.

Het land was woedend over het nieuws dat de twee landen van plan zijn zich voor te bereiden op mogelijke instabiliteit in het totalitaire land. Er is echter nog geen bewijs dat Noord-Korea de explosie heeft veroorzaakt. Het Zuid-Koreaanse leger blijft voorlopig paraat staan.

Er zijn nog geen doden gevonden, maar aangenomen wordt dat degenen die nog vermist worden opgesloten zijn komen te zitten in het schip. De oorzaak van de ramp wordt onderzocht zodra het schip is geborgen. Dat kan enkele weken duren.

Ongeveer honderdvijftig familieleden van de opvarenden eisten meer informatie van de autoriteiten en baanden zich een weg langs bewapende wachten om opheldering te eisen van militaire gezaghebbers. De familieleden wezen er op dat ze van overlevenden hebben gehoord dat het schip lek was en onderhoud nodig had. Er zou sprake zijn van een doofpotaffaire.

Toen de geredde kapitein van het gezonken schip weg wilde rijden, sprongen sommigen op zijn auto terwijl ze 'leugenaars!' riepen. Tijdens worstelingen richtten sommige wachten hun wapens op de familieleden. "Dit is afschuwelijk. Soldaten richten hun wapens op de families van hun eigen wapenbroeders" zei de 65-jarige Chung Hae-kyung, vader van een vermiste luitenant.