Bobsleeër Van Calker in tegenaanval

Olga Kroeders

Na een week een "hele strontkar" over zich heen te hebben gekregen, vindt bobsleeër Edwin van Calker het wel voldoende. De piloot van de Nederlandse twee- en viermansslee is het zat sportief en privé op een nare wijze besmeurd te worden na zijn beslissing de wedstrijd in de grote slee op de Olympische Spelen te schrappen.

"Mijn besluit is voor alle betrokken partijen verschrikkelijk geweest, maar nog het meeste voor mezelf en mijn team", reageert de bobsleeër op alle negatieve uitspraken die over hem zijn gedaan. "Ik sta nog steeds honderd procent achter mijn beslissing. Er wordt nu echter vreselijk op de man gespeeld." Van Calker twijfelde na de tweemanswedstrijd- die hij met Sybren Jansma teleurstellend als veertiende afsloot - wat hij moest doen. Die twijfels sprak hij intern ook uit. "Door een engel ben ik steeds op vier ijzers beneden gekomen. De viermansslee is totaal anders, weegt 250 kilo zwaarder en gaat veel harder naar beneden. Door alles wat er in Whistler gebeurde, ben ik gaan twijfelen. Ik neem ook nog drie andere atleten mee naar beneden. Daarop heb ik mijn verantwoordelijkheid genomen."

Sponsoren, de voorzitter van zijn eigen bond en andere partijen lieten zich vervolgens kwetsend uit over de noorderling. Hij was een angsthaas, geen topsporter. Een rondgang langs oud-piloten als Eline Jurg, Vincent Kortbeek, Rob Geurts, Johan Niemeijer en tal van oud-remmers leerde dat er toch wel enig begrip voor zijn besluit is. De conclusie: een piloot zonder zelfvertrouwen is op een bobbaan - en zeker die van Whistler waar voor het eerst in de geschiedenis snelheden van ver boven de 150 kilometer per uur werden gehaald - een gevaar voor zichzelf en zijn teamleden.

"Dan voelen sommige uitspraken van betrokkenen als een dolksteek in de rug." "Elke bobpiloot is in zijn leven ergens op een baan wel een keer voor dezelfde keuze komen te staan", zegt Van Calker. "Doorgaans los je het probleem wel op. Mij lukte dat in Whistler niet. We hebben jankend bij elkaar gezeten, iedereen heeft zijn zegje kunnen doen. Het heeft me echter niet op andere gedachten gebracht. We hebben vier jaar voor dat evenement getraind, als eerste Nederlandse mannen in een bobslee succes gehad. De teleurstelling was bij iedereen groot en bij mezelf misschien wel het grootst."

Van Calker geeft toe dat hij het mentale aspect na een zware crash een jaar eerder in het ijskanaal van Whistler heeft onderschat. "Er komt veel op de schouders van een piloot terecht. In het verleden zijn jongens daardoor ook afgehaakt. Ik had dat onderdeel beter kunnen en moeten aanpakken. Ik heb wel een gesprek gevoerd, maar structureel behoorde mentale begeleiding niet tot ons programma. Als ik na die crash in Whistler helemaal had vastgezeten, was ik daar trouwens niet meer van start gegaan. Ik heb de signalen dat het niet goed zat kennelijk genegeerd." Inmiddels heeft Van Calker wel externe hulp ingeroepen om alles op een rijtje te krijgen. "Bobsleeën is in Nederland een hele kleine sport. Ik laat me niet veroordelen door mensen die er geen verstand van hebben."