Balkenende overleeft motie van wantrouwen

static

Premier Jan Peter Balkenende (CDA) heeft vannacht een motie van wantrouwen van vijf oppositiepartijen overleefd. Veertig Kamerleden stemden voor de motie, 96 tegen.

GroenLinks-fractievoorzitter Femke Halsema had de motie van wantrouwen ingediend tijdens het Kamerdebat over het rapport-Davids, over de politieke steun die Nederland in 2002 en 2003 gaf aan de oorlog in Irak. De motie kreeg de steun van SP, PVV, D66 en de Partij voor de Dieren, maar die hebben samen geen meerderheid.

De vijf oppositiepartijen partijen verwijten Balkenende dat zijn eerste kabinet de Tweede Kamer slecht heeft geïnformeerd rondom de Nederlandse steun aan de oorlog in Irak, zoals de commissie-Davids heeft vastgesteld. Dat is in politiek Den Haag een doodzonde.

Bovendien erkent Balkenende onvoldoende dat hij destijds fout zat, vinden de vijf oppositiepartijen. "De minister-president loopt weg voor zijn verantwoordelijkheid, en dat is laf", zei SP-fractievoorzitter Agnes Kant. "Balkenende is te bang voor zijn eigen hachje", vond ook PVV-leider Geert Wilders.

Balkenende zelf zei dat hij wel degelijk erkent dat de juridische basis voor een eventuele volgende oorlog beter moet. Ook de informatievoorziening aan de Tweede Kamer had beter gekund, erkende Balkenende.

Hij nam echter geen afstand van het besluit om politieke steun te geven aan de Irak-oorlog. "Het is niet de taak van een zittend kabinet om een oordeel te vellen over een vorig kabinet", zei Balkenende. "Ik vind het nogal wat om te zeggen: dat was fout."