'Carrière voor allochtoon lastiger door Wilders'

Bram (vulli)

Allochtonen maken tegenwoordig moeilijker carrière door negatieve uitspraken van politici als Geert Wilders en Rita Verdonk. Dat schrijft het Nederlands Dagblad vandaag op basis van een onderzoek bij drie grote overheidsorganisaties van de Universiteit van Tilburg.

Sinds de opkomst van Pim Fortuyn in 2000 voelen allochtonen zich onveiliger en minder geaccepteerd in hun baan. Hoewel de uitspraken van Wilders vooral over de islam en moslims gaan, hebben ook Surinamers en Antillianen last van het denken van wij versus zij.

De problemen leiden ertoe dat ze achterblijven in salarisontwikkeling en hun baan sneller verliezen dan autochtonen. Binnen een van de onderzochte overheidsorganisaties liepen allochtonen met dezelfde opleiding, leeftijd en ervaring gemiddeld 1,3 salarisschaal achter op hun autochtone collega's.

De negatieve uitlatingen in media over moslims, de islam of schokkende gebeurtenissen als de moord op Theo van Gogh leiden op de werkvloer tot spanningen en etnische conflicten, die zelfs kunnen uitmonden in fysieke bedreigingen.

Het gaat volgens de onderzoekers echter vooral om incidenten. Van structureel verziekte verhoudingen is geen sprake. Discriminerende woorden bezorgen allochtonen vooral last op beslissende momenten, zoals bij promotiemogelijkheden, aangezien mensen die zich onveilig voelen in een organisatie niet snel voor een promotie gaan.

Wilders wijst de conclusies van het onderzoek in een reactie van de hand. "Wat een onzin. Mensen zijn verantwoordelijk voor hun eigen carrière."