Celstraffen geëist tegen mensensmokkelaars

Het Openbaar Ministerie in Den Haag heeft vandaag celstraffen tot drie jaar geëist tegen vier leden van een bende die vijf meisjes ronselden voor de drugshandel. De slachtoffers waren om verschillende redenen niet bestand tegen de invloed van de verdachten en moesten drugstransporten uit Marokko en Brazilië uitvoeren.

Tegen twee 22-jarige vrouwen en een 28 jarige man werd drie jaar cel geëist. Een 20-jarige vrouw hoorde negen maanden cel eisen. De twee 22-jarige verdachten ronselden de slachtoffers. Ze werden vriendinnen met meisjes die vanwege hun leeftijd, intelligentie en persoonlijke omstandigheden vatbaar waren voor mooie beloftes.

De meisjes, van wie er twee in een opvanghuis voor jongeren met een verstandelijke handicap woonden, werd wijsgemaakt dat de drugs in hun bagage niet door drugshonden kon worden gevonden. De tassen zouden met een stof zijn ingespoten waardoor de honden de drugs niet konden ruiken.

Ook kregen de slachtoffers te horen dat douanebeambten waren omgekocht. Mochten ze desondanks toch worden gepakt dan zouden ze worden vrijgekocht. Twee slachtoffers van 17 en 19 jaar uit Den Haag ondervonden in Marokko dat dat loze woorden waren. Ze hebben daar een jaar vastgezeten voor drugshandel.

De smokkelpraktijken kwamen aan het licht door een oplettende medewerkster van een reisbureau. Die trok aan de bel toen een man een reis boekte voor twee meisjes. Een van hen was nog minderjarig, maar de ouders hadden niet getekend voor de reis. Ze stonden volgens justitie op het punt om een grote partij cocaïne uit Brazilië te halen.

De rechtbank doet uitspraak op 17 februari.