Rekenkamer controleert besteding hulpgeld Haïti

De Algemene Rekenkamer gaat toezien op de besteding van het hulpgeld dat via giro 555 wordt ingezameld voor Haïti. De Rekenkamer, de hulporganisaties en de overheid hebben daar afspraken over gemaakt. Dat heeft minister voor Ontwikkelingssamenwerking Bert Koenders (PvdA) vandaag in de Tweede Kamer gezegd.

"We willen ervoor zorgen dat van het begin af aan heel nauwkeurig wordt gekeken naar de besteding van het geld", zei Koenders. "Dat is een belangrijke geruststelling voor mensen die bang zijn dat er van alles aan de strijkstok blijft hangen."

Volgens president Saskia Stuiveling van de Rekenkamer is het belangrijk dat duidelijk is waar hulpgeld terechtkomt en of dit effectief is. "Zo kan er ook geleerd worden van ervaringen bij de hulpverlening na grote rampen", aldus Stuiveling in een persverklaring. Volgens Stuiveling willen de hulporganisaties nu de lessen toepassen die zij hebben geleerd na de tsunami in Zuidoost-Azië in 2004.

Na de tsunami doken al snel berichten op dat veel geld nutteloos werd besteed of bij hulporganisaties aan de strijkstok bleef hangen. Later bleek uit onderzoek van onder meer de Rekenkamer dat niet goed was na te gaan waar het hulpgeld precies terecht was gekomen, ook als het geld wel volgens de regels was uitgegeven.

Via giro 555 zamelen zes hulporganisaties, waaronder het Rode Kruis en Unicef, geld in voor hulp aan Haïti. Koenders verdubbelt het bedrag dat tot en met vanavond binnenkomt. Vanmiddag stond de teller op 10,6 miljoen euro.