Landelijk protocol voor geweld tegen agenten

Alle politiekorpsen in Nederland gaan het geweld tegen agenten op dezelfde manier aanpakken. Dat meldt het ministerie van Binnenlandse Zaken vandaag. De aanpak moet 'een krachtig signaal' afgeven dat verbaal en fysiek geweld tegen de politie niet wordt getolereerd en altijd een vervolg zal krijgen.

De aanpak is vastgelegd in een protocol. Minister van Binnenlandse Zaken Guusje ter Horst (PvdA) heeft met de politiebonden, het Korpsbeheerdersberaad, het Openbaar Ministerie en de Raad van Korpschefs in oprichting overeenstemming bereikt over dit protocol.

In het protocol staat dat na een incident altijd een proces-verbaal moet worden opgemaakt en aangifte worden gedaan. Daarna vindt opsporing en vervolging van de dader plaats en wanneer sprake is van schade, dan wordt deze verhaald op de dader. Ieder incident wordt gemeld en geregistreerd en na iedere keer dat geweld is gebruikt tegen agenten vindt een evaluatie plaats. De kennis hieruit moet worden gebruikt om geweld tegen de politie te voorkomen of beperken.

Ook maakt het protocol duidelijk waar in het politiekorps de verantwoordelijkheden liggen. Zo is de direct leidinggevende verantwoordelijk voor de personele zorg van de getroffen agent. Ook wordt altijd iemand aangewezen die verantwoordelijk is voor de begeleiding en ondersteuning van de agent bij de afhandeling van het incident. Recherchepersoneel dat niet zelf betrokken was bij het voorval moet het opsporingsonderzoek verrichten.

Het protocol treedt 4 februari in werking.