Het sportmoment van Peterselieman (2)

Peterselieman

FOK!sport presenteert "Het sportmoment van..." Elke keer vertelt een ander crewlid van FOK!sport wat hun ultieme of memorabele sportmoment is. Dit keer is het de beurt aan Peterselieman. Het vorige sportmoment was van existenz.

Mijn vorige sportmoment ging over de finale van de Champions League in 2005 tussen AC Milan en Liverpool. In deze winterdagen dwalen mijn gedachten echter niet af naar de legendarische voetbalfinale, maar naar het ijs. Deze dagen zijn vele ijsbanen weer open en binden velen hun schaatsen om zich zo Sven Kramer of Ireen Wüst te wanen.

Toch zijn zij niet mijn helden, want één Nederlander toonde op de Olympische Winterspelen van 1998 hoe diep je moet gaan voor een goed resultaat. Ons land was in Nagano gouddelver bij het schaatsen met vijf gouden medailles. Zo won Marianne Timmer uit het niets goud op de 1.500 meter en later op de 1.000 meter. Ids Postma pakte, na zijn schaatsen na de nipt verloren 1.500 meter rechtgebogen te hebben, alsnog goud op de 1.000 meter. Op de 5.000 en 10.000 meter was Gianni Romme van een andere planeet met twee wereldrecords, maar geen van hen allen was mijn held van het toernooi.

Nee, het was Rintje Ritsma. De Beer van Lemmer had in 1994 in Hamar goud moeten winnen op ten minste één afstand, maar hij piekte een maand te vroeg en kwam in Noorwegen een ongenaakbare Johan Olav Koss tegen, die op de drie langste afstanden een gouden plak won. Vier jaar later kon de Fries niet tippen aan Ådne Søndrål en de ongenaakbare Romme.

Ritsma grossierde in titels op de allround-kampioenschappen en winst op afstanden in zowel de wereldbeker als op kampioenschappen. Toch ontbreekt er één medaille in zijn prijzenkast: de gouden plak op de Olympische Spelen. Waarschijnlijk zal het brons op 17 februari 1998 voelen als goud. Ritsma pakte al brons op de 1.500 meter en zilver op de 5.000 meter en de langste afstand van dat olympische toernooi moest nog komen.

Zelf zat ik op dat moment nog op de middelbare school en gelukkig kon ik voordat ik naar school moest nog net even de 10.000 meter zien. Ik hoorde de commentator de slagen van Romme in de rit tegen Bob de Jong tellen op het rechte stuk op weg naar zijn wereldrecord. Toch boeide me dat niet zo, want een rit later zou Ritsma het opnemen tegen schaatsbelg Bart Veldkamp.

Het ging lang gelijk op in de rit en hoewel goud onbereikbaar was wilde ik dat Rintje een medaille zou winnen. Mijn hoop leek na 8.400 meter te vervliegen toen Veldkamp een voorsprong nam en Ritsma bijna een seconde per ronde langzamer was dan de Belg. Coach Wopke de Vegt schreeuwde de longen uit zijn lijf, maar de Fries gaf steeds meer toe. Twee ronden later had ik opeens toch de hoop dat De Beer van Lemmer op zijn niet-favoriete afstand de specialist kon kloppen.

Hij richtte zich plotseling op en kwam richting de bel bijna naast Veldkamp uit. Ritsma reed twee erg snelle laatste ronden en haalde zo het brons voor de poorten van de hel weg. Dat hij diep gegaan was bleek wel, want zijn gezicht liep paars aan en hij plofte gelijk na afloop van de wedstrijd uitgeteld op een bankje neer. Dit maakt hem in mijn ogen tot de held van de dag: diep gaan en dan op het moment dat je de wedstrijd dreigt te verliezen je toch op kunt richten en dieper kunnen gaan dan je ooit bent gegaan. Mijn dag was goed en ik kon met een plezierig gevoel naar school gaan, omdat mijn held van de dag een medaille pakte.

Klik hier voor beelden van deze bijzondere race tussen Ritsma en Veldkamp.