[Special] Argentijnen en Ajax, geen goed huwelijk

Niels (DerMeister)
Ajax heeft in haar geschiedenis tot nu toe vijf Argentijnen onder contract gehad. Tot een definitieve doorbraak van één van deze vijf is het echter nooit echt gekomen. Hieronder een overzicht van de Argentijnen bij Ajax.

Iván Gabrich

Na de gloriejaren die plaatsvonden rond 1995 van Ajax onder het bewind van Louis van Gaal, vond er een enorme leegloop van de selectie plaats. Zo vertrokken diverse aanvallers als Finidi George, Marc Overmars en Patrick Kluivert naar grote clubs en lieten zo een leegte achter in de aanval van de Amsterdammers. Om dit gat op te vullen kwam de Amsterdamse club uit bij de Argentijnse voetballer Iván César Gabrich. De grote, sterke spits werd eerder na een proefstage afgetest bij PSV, maar Ajax durfde het toch aan en haalde Gabrich als nieuwe spits. Volgens diverse bronnen werd hij op basis van een videotape vastgelegd. Gabrich kwam over van de Argentijnse ploeg Newell's Old Boys en vertelde vooraf aan de trouwe aanhang van Ajax dat hij minimaal 25 doelpunten zou gaan scoren.

Toch werd de loopbaan van Gabrich bij Ajax geen succes. In het seizoen 1996/97 kwam de grote spits slechts tot tien competitiewedstrijden. Ook kwam hij niet tot het beloofde aantal van 25 doelpunten. Slechts eenmaal werd het net gevonden. Na dit seizoen was het al snel gedaan met Gabrich. De fans keerden zich massaal tegen hem en bestempelden de Argentijnse spits als dé miskoop van de laatste jaren. Ajax-middenvelder Ronald de Boer deed er nog een schepje bovenop en vertelde aan de pers: "Ik weet niet of Gabrich nu rechts- of linksbenig was." Na het seizoen 1996/97 besloot Ajax de Argentijn te verkopen aan het Spaanse Mérida. Ook daar kon de pechvogel geen potten breken en scoorde hij in 36 duels slechts twee keer. In 2002 zette Gabrich een punt achter zijn voetbalcarrière.

Mariano Juan

Ook in de verdediging viel er een groot gat, nadat steunpilaar Frank Rijkaard te kennen gaf te stoppen met voetbal. De scouts van Ajax zagen in Qatar een verdediger schitteren tijdens het wereldkampioenschap onder twintig jaar. Die verdediger speelde bij het Argentijnse team en heette Mariano Alcides Juan. Hij werd aangetrokken als vervanger van de gestopte Frank Rijkaard en bleek tijdens de eerste wedstrijden een uitstekende vervanger te zijn.

Deze gedachte bleek van korte duur, want naarmate het seizoen 1996/97 vorderde, maakte Juan meer en meer fouten in de verdediging van Ajax. Het dieptepunt van de Argentijn was zijn wissel in de 29e minuut in het duel met FC Twente. Tijdens deze wedstrijd werd hij compleet weggespeeld door Arnold Bruggink. Vervolgens belandde Juan op de tribune. Toch leek het weer goed te komen met de verdediger. Nadat hij teruggekomen was van een blessure, speelde hij onder Van Gaal in het tweede gedeelte van het seizoen nog een aantal wedstrijden in de basis.

Toen Van Gaal het seizoen erop vertrok en werd opgevolgd door de Deen Morten Olsen, was het ook gedaan met Mariano Juan. Olsen trok een aantal nieuwe verdedigers aan in de persoon van Ole Tobiasen, Sunday Oliseh en Tom Sier. Daardoor belandde Juan op het tweede plan en mocht zijn wedstrijdjes in het tweede team van Ajax afwerken. Dit zag de Argentijn totaal niet zitten en hij werd in totaal drie seizoenen verhuurd aan respectievelijk Avellaneda en Getafe. Na deze avonturen besloot Juan terug te keren naar Zuid-Amerika, waar hij ging voetballen bij Club Atlético Huracán. Vervolgens keerde hij in 2006 terug naar Europa en ging voor het Spaanse CD Leganés spelen, dat destijds uitkwam in de Tweede Divisie B.

Gastón Sangoy

Na het avontuur van Juan bij Ajax duurde het tot 2004 voor er weer een Argentijn onder contract kwam te staan bij Ajax. Gastón Maximiliano Sangoy werd gedurende het seizoen 2004/2005 gehuurd van de Boca Juniors. Sangoy stond bekend als een erg groot Argentijns talent. Bij Ajax wilde het echter niet vlotten met de ontwikkeling van de spits. Hij kwam slechts in elf wedstrijden binnen de lijnen, waarin hij driemaal het doel wist te vinden. Ajax besloot niet verder in zee te gaan met Sangoy en stuurde hem terug naar Boca Juniors. De Argentijn staat nu onder contract bij het Cypriotische Apollon Limassol.

Mauro Rosales

In datzelfde jaar kwam ook een andere Argentijn het team van Ajax versterken. Tijdens de Olympische Zomerspelen van 2004 kwam de rechtsbuiten Mario Damián Rosales in beeld. De Argentijn werd het hele toernooi gevolgd. In de finale tegen Paraguay verzorgde Rosales de assist waaruit Carlos Tévez de enige treffer van de wedstrijd scoorde. Op het eind van de zomer van 2004 ondertekende Rosales een contract dat hem verbond aan Ajax. Rosales moest de rechterkant van Ajax een nieuwe impuls geven, nadat Andy van der Meyde was vertrokken naar Inter Milan. Op 12 september 2004 maakte Rosales in het duel met ADO Den Haag zijn debuut. De wedstrijd eindigde in een memorabele 3-3, nadat Ajax eerst met 3-0 voor stond.

De carrière van Rosales bij de Amsterdammers kende weinig hoogtepunten. Zijn tijd bij Ajax stond vooral in het teken van veel blessureleed. Hij werd nooit meer de Rosales die tijdens de Zomerspelen van 2004 zo schitterende voor Argentinië. Ook kwamen er sindsdien steeds meer berichten dat de rechtsbuiten terug wilde keren naar zijn thuisland. Begin 2007 kwam het bericht naar buiten dat Rosales daadwerkelijk terugkeerde naar Zuid-Amerika. River Plate zou de nieuwe werkgever van de aanvaller worden, totdat bekend werd dat de Argentijnse topclub niet het transfergeld kon opstrijken. Een paar weken later kwam de deal alsnog rond en vertrok Rosales voor een kleine twee miljoen euro terug naar Argentinië. Rosales speelde 64 duels voor Ajax, waarin hij zesmaal het doel trof.

Darío Cvitanich

In het seizoen 2008/09 kwam er opnieuw een Argentijnse speler bij de selectie van Ajax. Klaas-Jan Huntelaar stond nadrukkelijk in de belangstelling van grote clubs en om dit eventuele verlies op te vangen, werd Darío Cvitanich voor bijna zeven miljoen euro overgenomen van het Argentijnse Banfield. De start bij Ajax was voor Cvitanich al nadelig. Huntelaar bleef bij Ajax en de optredens van Cvitanich beperkten zich vooral tot invalbeurten. Op 26 oktober 2008 mocht de Argentijnse spits voor het eerst in de basis starten bij Ajax. Na dit duel raakte Cvitanich echter geblesseerd en moest hij zes weken toekijken.

In de winterstop van het seizoen 2008/09 werd Huntelaar verkocht aan Real Madrid en werd Cvitanich door toenmalig coach Marco van Basten benoemd tot eerste spits. Pas zes maanden na zijn debuut bij Ajax, scoorde Cvitanich zijn eerste doelpunt in dienst van de Amsterdammers. In de weken daarop wist Cvitanich regelmatig het doel te vinden, met als hoogtepunt de hattrick tegen ADO Den Haag. Uiteindelijk kwam de spits in het seizoen 2008/09 tot achttien duels, waarin hij negen keer wist te scoren.

Het seizoen erop moest Marco van Basten ruimte maken voor Martin Jol. Jol besloot de Uruguyaan Luis Suárez in de spits te zetten en dit ging ten koste van Cvitanich. De Argentijn moest vooral weer plaatsnemen op de bank en zijn optredens beperkten zich opnieuw tot invalbeurten. In de eerste helft van de competitie kwam de Argentijn slechts tot zes optredens, waarin hij toch vier keer het doel wist te vinden. Cvitanich had geen zin meer om langer op de bank te zitten en begin december kwam het bericht naar buiten dat het Mexicaanse Pachúca interesse had om de spits op huurbasis over te nemen. Cvitanich had daar oren naar en de transfer kwam tot stand. Of de Argentijn nog zal schitteren bij Ajax is maar de vraag. Gezien de Argentijnen die hem voor zijn gegaan, belooft zijn toekomst bij Ajax niet veel goeds.