[Special] Esther Vergeer - Deel I

Sjors (Sj0rSz)
Esther Vergeer is bekend als rolstoeltennisster en staat op de eerste plaats van de wereldranglijst. Op zich is dat niet heel bijzonder, maar onze landgenote voert deze mondiale lijst al tien jaar aan. Alle reden voor een uitgebreide special over deze bijzondere vrouw. Hieronder lees je het eerste deel. Het andere deel volgt morgen.

Hoe Esther in een rolstoel terecht kwam....

Esther Vergeer werd op 18 juli 1981 in Woerden geboren. Tot haar zesde levensjaar deed Esther alles wat normale kinderen deden. Ze speelde verstoppertje, ging bij vriendinnen slapen en ga zo maar door. Op 21 maart 1988 begonnen de problemen. Tijdens een zwemles moest ze zeven meter onder water zwemmen, maar ze voelde zich ineens heel duizelig worden. Nadat Esther even was gaan zitten, raakte ze buiten bewustzijn. Vanaf toen ging alles in sneltreinvaart aan haar voorbij.

In het plaatselijke ziekenhuis kon niemand Esther helpen, waarna ze met grote spoed naar het UMC in Utrecht werd gebracht. Een scan wees uiteindelijk uit dat er een ophoping van vocht of bloed in haar hersenen zat. Een operatieve ingreep was noodzakelijk. Na zes weken herstel in het ziekenhuis mocht de jonge Esther weer naar huis. Dat was destijds nog lopend.

Toch ging het vlak daarna weer mis. Na het zwemmen kreeg ze weer hoofdpijn, druk achter haar ogen en vreselijke pijn in de nek. De artsen hadden echter geen idee waar het vandaan kwam, waarna ze na een aantal onderzoeken weer naar huis werd gestuurd. Ook dit was nog lopend, maar het zou de laatste keer zijn. Eind oktober 1989 kreeg Esther namelijk last van haar lies. De doktoren hadden geen idee waar het vandaan kwam, waarna men besloot haar op 14 november een ruggenprik te geven.

Na diezelfde ruggenprik werd ze heel erg ziek en moest voor nader onderzoek in het ziekenhuis blijven. Tijdens de feestdagen mocht ze weer naar huis, maar in diezelfde periode kreeg ze een soort van hersenbloeding. De Kerst ging uiteindelijk aan haar voorbij, zonder dat ze er erg in had.

Uiteindelijk kwamen de doktoren met een schokkende diagnose. Esther bleek namelijk een bloedafwijking (AVM) rondom haar ruggenmerg te hebben. Dat houdt in dat de bloedvaten zó zwak zijn, dat ze spontaan kunnen springen. Hiermee waren de spontane hersenbloedingen ook meteen verklaard. Om dit in de toekomst te voorkomen, was een risicovolle ingreep nodig. Toch had ze geen keus, waarna ze op 15 januari 1990 een negen uur durende operatie zou ondergaan.

Na deze ingreep kwam men er achter dat de benen van Esther niet meer voor de volle 100 procent werkten. Bovendien moest ze na de operatie een week op haar buik liggen, waardoor ze niet wist wat er om haar heen gebeurde. Een lange revalidatie zou volgen, maar op 4 april 1990 mocht ze naar huis. Niet meer lopend, maar in een rolstoel.


Morgen volgt een terugblik op haar sportieve carrière!