Financiële meevaller voor geplaagd KZ

De 26 velden van de acht hockeyclubs in de gemeente Den Haag worden door de gemeente opgenomen in het Meerjaren Onderhouds Programma. Voor het noodlijdende Klein Zwitserland is dit een mooie opsteker.

Voetbalverenigingen konden voor de aanleg en het onderhoud van de kunstgrasvelden al veel langer terugvallen op de gemeente. Hockey- en korfbalclubs moesten zelf voor de kosten opdraaien. Maar aan deze scheve verhouding komt nu een einde.

De acht hockeyclubs die op grondgebied van Den Haag liggen (het Wassenaarse HGC en Groen-Geel horen hier ook bij) krijgen voortaan (een deel van) het nieuwe veld vergoed. De gemeente stelt een standaardbedrag per veld beschikbaar dat voldoende is voor een zand- of misschien wel semi-waterveld. Wil een club een duurder veld, moet het die extra kosten zelf bijleggen.

Ook het onderhoud van deze nieuwe velden komt voor rekening van de gemeente. Clubs hebben ook de mogelijkheid om het onderhoud van de huidige velden al uit handen te geven. Den Haag trekt hier 500.000 euro per jaar voor uit. "Dit bedrag wordt dus bespaard door alle clubs samen", vertelt Bart de Liefde, de bondsscheidsrechter die zich in zijn functie als gemeenteraadslid hard maakte voor deze regeling.

De Liefde: "Ik ben hier heel erg blij mee. De vaste lasten van de clubs gaan omlaag en dat is in deze tijd mooi meegenomen." Het raadslid erkent dat de financiële crisis bij Klein Zwitserland dit besluit makkelijker maakte. "De discussie liep al veel langer. Maar de problemen bij KZ hebben de zaken behoorlijk versneld."