[Special] De Tour van Jan Janssen

Stefan (sportfreak)
Twee keer is een Nederlander erin geslaagd de Tour de France te winnen. In 1980 Joop Zoetemelk en precies 40 jaar geleden, in 1968, Jan Janssen. Een terugblik in die voor Nederland historische Tour vind je hieronder.

Een jaar eerder, in 1967, verliep de Tour dramatisch. De Brit Tommy Simpson overleed op de flanken van de Mont Ventoux, mede onder invloed van amfetaminen. Daarom werden er voor 1968 strengere dopingmaatregelen genomen. De eerste drie van elke etappe moesten voortaan een dopingcontrole ondergaan net als drie renners die door loting werden aangewezen. Veel favorieten ontbraken in 1968. Felipe Gimondi moest door problemen in Italië blijven, Anquetil was in zijn nadagen en voor de jonge Mercx was de Tour te zwaar. Favorieten waren de Fransen Pengeon en Poulidor, de Belg Herman van Springel en de Nederlander Jan Janssen. Ondanks dat er destijds al commerciële ploegen waren, werd de Tour verreden met landenploegen. De Nederlandse ploeg werd geheel samengesteld rond Janssen, waar niet iedereen zich in kon vinden. Sommige renners, waaronder Rini Wagtmans, weigerden zelfs deel te nemen. De Nederlanders waren altijd vrijbuiters en velen zagen in Janssen geen potentiële Tourwinnaar, getuige de uitspraak van de legendarische oud-ploegleider Kees Pellenaars: "Als Janssen de Tour kan winnen kan mijn schoonmoeder het ook."

Met de debuterende ploegleider Ab Geldermans begon de Nederlandse ploeg aan de Tour, maar de eerste dagen verliepen zeer teleurstellend. Janssen hoopte na de proloog meteen de gele trui aan te mogen trekken, maar werd daarin nipt geklopt door Charly Grosskost. Al in de eerste etappe moest Jos van der Vleuten ziek opgeven. Bovendien verloor Janssen in de eerste etappe 58 seconden op de Belg Van Springel, die mee was in de goede ontsnapping. Twee dagen later stond er een ploegentijdrit op programma. De Belgen waren oppermachtig en Van Springel mocht de gele trui aantrekken. Voor Nederland verliep die teleurstellend. Tijdens de ploegentijdrit bleken verschillende renners het tempo van Janssen niet aan te kunnen. Nederland werd slechts zesde.

De dagen daarna gingen de Nederlanders op jacht naar ritzeges, maar waren er vooral tegenslagen. In het tweede gedeelte van de derde etappe werd Janssen in de sprint in Roubaix geklopt door Walter Godefroot. Een dag later verloor de Nederlandse ploeg een tweede renner. Huub Zilverberg kwam te laat binnen. In de vijfde etappe was er voor Nederland weer een tweede plaats, ditmaal voor Arie den Hartog. Hij werd geklopt door André Desvages. Op de eerste rustdag was de sfeer in de Nederlandse ploeg slecht. Er waren geen successen, sommige renners reden tegen de afspraken in voor eigen kansen en er was bijna geen geld verdiend. De tiende etappe naar Bayonne eindigde in een overwinning voor Gilbert Belonne. Jan Janssen won de sprint het peloton om de tweede plaats en maakte een klassieke fout, hij had niet in de gaten dat er nog iemand voor reed en kwam zodoende juichend over de streep.

De twee etappes in de Pyreneeën verliepen dramatisch voor Nederland. Wim Scheepens viel in de eerste na een aanrijding met een volgauto en kwam samen met Gerard van Vianen te laat binnen. Scheepens kreeg clementie van de wedstrijdjury, maar Vianen kon naar huis. Een dag later stapte Scheepens alsnog af, net als Harm Ottenbros en Henk Nijdam. De Nederlandse ploeg bestond daardoor na een week slechts uit vier renners. De eerste Pyreneeënrit verliep ook voor Janssen moeizaam, hij had een slechte dag en probeerde de schade zoveel mogelijk te beperken. Hij werd 26e op 2,5 minuut van de winnaar. Een dag later werd Janssen zevende, Herman van Springel won de etappe.

In de veertiende etappe naar Canet-Plage was er dan eindelijk Nederlands succes. Janssen ontsnapte in de laatste paar honderd meter uit het peloton en won zo de etappe. Na de tweede rustdag ging de vijftiende etappe naar Albi. De Fransen besloten ten aanval te trekken en met een solo van 192 kilometer ging de zege naar Roger Pingeon. Zijn tijdwinst viel tegen, slechts 2 minuut 15. Een andere tegenslag voor de Fransen was er voor Raymond Poulidor, hij kwam ten val nadat hij op een stilstaande motor reed en verloor nog een minuut extra. Een dag later was er een verraderlijke etappe naar Auriac. Toppers als San Miguel, Van Springel en Janssen ontsnapten en Pingeon kreeg de rekening gepresenteerd voor zijn solo een dag eerder. Hij verspeelde ruim negen minuten, evenals Poulidor, die daarna besluit af te stappen.

Daarna ging het peloton de Alpen in. Pingeon won de rit, maar de overige favorieten lieten hem niet teveel uitlopen. Janssen werd derde, de Spanjaard San Miguel werd de nieuwe leider. De tweede Alpenetappe werd gewonnen door Barry Hoban. Voor het klassement wint Van Springel een paar seconden op Janssen en is de nieuwe drager van de gele trui. Het verschil is echter zeer klein. De nummer twee San Miguel was tweede op twaalf seconden, Janssen was derde op zestien seconden. De beslissing viel in de afsluitende tijdrit. Heel Nederland geloofde in een eerste Nederlandse Tourzege, al was Van Springel normaal gesproken de betere tijdrijder.

Janssen reed de tijdrit van zijn leven en had, in tegenstelling tot Van Springel, een speciale tijdritfiets. Onderweg bleek dat Janssen sneller is dan Van Springel, en dat het een secondespel ging worden. Op de wielerbaan in Parijs bleek Janssen 54 seconden sneller te zijn dan Van Springel, waarmee Jan Janssen de Tour won met 38 seconden voorsprong. Nog nooit was het verschil in de Tour de France zo klein. Dit record bleef staan tot 1989, toen Greg Lemond de Tour won met acht seconden voorsprong op Laurent Fignon.