Bep van Klaveren "100 jaar"

Maurice (Maurisico)
Over Bep van Klaveren zijn genoeg kleurrijke verhalen bekend. De Rotterdamse volksjongen weerstond in Amerika de druk van gangster Al Capone om een partij met opzet te verliezen, bokste in een volle Kuip tegen Luc van Dam en op 48-jarige leeftijd zelfs nog om een Europese titel. Huwde met vrouwen die gezegend waren met een knap gezicht, maar ook met levensgrote gaten in de handen. Op de verjaardag van Bep van Klaveren zoomen we in op zijn avonturen in de Verenigde Staten.

In de jaren '30 is de wereld nog klein. Amerika bereik je per boot na een trip van drie weken. In een tijd waarin mensen van buiten je stad of dorp zelfs nog allochtonen worden genoemd, gaat Bep van Klaveren naar de Verenigde Staten.

Wie was Bep van Klaveren? In de ring veert een licht in elkaar gedoken gestalte rond op snelle voeten. Hij heeft zijn armen bijna gestrekt langs het lichaam hangen, slechts even opwaarts gebogen. Hij kijkt haast gedesinteresseerd; af en toe bewegen zijn lippen. Hij staat zachtjes voor zich uit te vloeken. Zijn tegenstander draait rond hem, laat nu en dan een vuist uitschieten en kijkt verrast als hij niet zelden een gat in de lucht slaat en in dezelfde seconde een vinnige hoek tegen zijn flank voelt: Bep van Klaveren is weggeslipt en valt in dezelfde vloeiende beweging aan. Van Klaveren was een gave technicus maar vooral op grond van zijn wedstrijdmentaliteit maakte de bokser snel carričre.

Van Klaveren bokste als professional bijna 150 wedstrijden, waarvan hij er minder dan 20 verloor. Zijn glorietijd ving aan met het eerste kampioenschap (weltergewicht) in 1928 en zijn laatste wedstrijd bokste hij in 1955, 48 jaar oud. Die wedstrijd verloor hij overigens. Daarna resteerde de sigarenwinkel, waarmee hij voor de rest van zijn leven zijn brood mee verdiende.

Eén van zijn grootste successen behaalde Van Klaveren in 1928 tijdens de Olympische Spelen in Amsterdam. Door snelle overwinningen in de voorrondes bereikte hij de finale van het vedergewicht, waarin hij de Argentijn Victor Peralta versloeg. Als winnaar van een van de zeven door Nederlanders behaalde gouden medailles op die Spelen werd Van Klaveren voorgesteld aan koningin Wilhelmina en prins Hendrik. In Rotterdam viel hem een geweldige ontvangst ten deel. Hij werd rondgereden in een koets bespannen met vier paarden. Geen zes, want dat aantal was, naar zijn zeggen, alleen voorbehouden aan leden van het koninklijk huis.

Theo Huizenaar werd spoedig daarna manager van Bep van Klaveren. In 1932 gaan de twee naar Amerika. Van Klaveren heeft dan enkele malen de Europese titel geprolongeerd en wordt uitgenodigd om in de “States” zijn bokskunsten te vertonen.

Huizenaar verhaalt kleurrijk over de avonturen van Van Klaveren in Amerika. "Bep had als beroepsbokser al gevochten in Engeland, België, Duitsland en Zuid-Afrika, dus ze kenden de "Rotterdamse wervelwind", die aanviel en doorging tot zijn tegenstander ademloos was. Zijn sterkste troeven waren een vrijwel onbegrensd uithoudingsvermogen en zijn flitsende hoeken. Het werd moeilijk om tegenstanders voor hem te krijgen in Europa. En dus wou Bep naar Amerika".

"We hadden een contract met Lou Myers. We kwamen in de States aan en toen bleek, dat Myers de helft van de contracten had verkocht aan Patsy Zeuli en dat was zo’n gangster die drank smokkelde.

We zijn daar rustig wat gaan acclimatiseren en bezochten een paar boksscholen. Toen Bep daar al die maf geslagen boksers zag, zei hij: "Lanewe asjeblieft naar huis gaan, Theo, da's niks voor mij". Ik zei: "Luister, Bep, ik heb twee kaartjes New York naar Rotterdam in m'n zak - als 't ons niet bevalt, zijn we zo weg."

"We gingen trainen in het gymnasium van Bill Duffey en dat was dan Publieke Vijand Numero Twee. We trainden volgens andere methodes dan die Amerikanen en toen Zeuli en Myers ons bezig zagen, dachten ze dat ze een kat in de zak gekocht hadden. "

"Ze durfden Bep niet meteen te laten boksen, want ze zagen niks in 'm. Toen zijn we maar wat gaan sparren. Nou is ieder partijtje trainen daar een wedstrijd op zichzelf en op een zondagochtend zou Bep dan sparren met zo'n echte clubfighter, de welterkampioen van New York. Ik zei tegen Bep: "Myers en Zeuli geloven niet in ons, nou moeten we ze 's laten zien - in de eerste ronde blijf je verkennen en in de tweede ronde geef ik je 'n seintje". Ik geef dat seintje en Bep slaat die jongen een hoek voor z'n kiezen, dat-ie als een blok achterover slaat. Nou, toen waren Myers en Zeuli blij."

De volgende dag kreeg Bep zo'n lange maffeling als sparringpartner, zo eentje met van die afgezakte wenkbrauwen. Ik zei tegen Bep: "Die sla je met ene klap knock out en met de volgende klap maak je n'm weer wakker"- in de tweede ronde lag die vent met allebei z'n benen in de lucht, verscheidene minuten lang. Toen Bep zo'n paar keer twee sparringpartners achter mekaar knock out had geslagen, riepen Myers en Zeuli heel trots in dat gymnasium: "That's my Dutch Windmill" en ze noemden 'm ook "The Hammering Hollander", maar een wedstrijd kregen we nog niet.

Dus Bep bokste elke dag bij Duffey voor vijf dollar tegen ieder, die hem maar ontmoeten wilde. Nou, vijf plus vijf plus vijf plus vijf werd een lange weg naar het Grote Geld en Bep liep toen de hele dag zo van: "Lanewe nou naar huis gaan, Theo, ik kan d'r niet tegen". Tegen niet serieus boksen, snap je. Die partijtjes waren geen uitdaging voor hem. En Bep moest daar de hele dag in een net pakkie lopen met een wit jassie, vanwege de business en dat was niks voor Bep, die jongen liep liever in z'n blote kont rond."

"Ons Eerste Amerikaanse Avontuur eindigde kort daarna. We sliepen in een pension en op een avond werd op m'n deur geklopt. Ik dee open en daar stond Bep te huilen. Hij vroeg of hij bij mij mocht slapen en hij is huilend in m'n armen in slaap gevallen. De andere dag ben ik de terugreis gaan bespreken. Die jongen ging er echt aan onderdoor."

"Net terug, dook Bep Rotterdam in en we waren net veertien dagen in Nederland terug, loop ik op de Blaak en kom Bep tegen. We maken een praatje en hij zegt: "Theo, ik ga terug naar de States. Ik wil boksen voor het Wereldkampioenschap en dat kan alleen daar". Ik denk nog, hij maakt een geintje, maar twee weken later stapte Bep weer op de boot."

Tijdens het Tweede Amerikaanse avontuur stond Van Klaveren alleen. Hij miste de ruggesteun van Huizenaar. Zijn Amerikaanse manager, opnieuw Zeuli, was kroegbaas en dranksmokkelaar. Die zag kans, zijn "Dutch Windmill" duchtig te exploiteren.

Wedstrijd na wedstrijd won hij op punten. Zijn tegenstanders haalden vaak met knikkende knieën de finish. Tussen 1934 en 1936 bokste hij in de VS twintig grote wedstrijden, hij won er zestien van, verloor er twee en twee ontmoetingen eindigden onbeslist.

Van Klaveren had eigenlijk meer wedstrijden moeten verliezen. In de Verenigde Staten werden er in die tijd veel wedstrijden “gefixed”. Maar daar deed Van Klaveren niet aan mee. Zelfs al Capone kon hem niet op andere gedachten brengen. “Ik moes bij Al Capone komme. Ik moes toen een wedstrijd bokse in Chicago. Hij zeg: Denk erom dat je een duik neemt. Ik zeg: Ik neem voor niemand een duik. Voor geen mens. Hij zeg: Weet je wel tegen wie je’ut heb? Ik zeg: Kan me niet schele. Ik zeg: Wie ben je dan? Hij zeg: Ik ben Al Capone. Ik zeg: Nou blij toe, maar ik neem geen duik. Nie voor jou en voor niemand andurs. Voor geen mens. Ik boks om te winne. En ik won ook op punte, maar ze hebben me niks gedaan. Ik heb wellus meegemaakt dat ik de auto open dee en de hele boel de lucht in vloog”.

Van Klaveren verdiende uiteindelijk het grote geld, maar hij raakte er niet opgewonden van. Geld bleek iets waar je wel wat mee kon doen, maar succes kon je er niet mee kopen. Nadat Van Klaveren zijn vrouw tijdens een ruzie knock-out had geslagen, kreeg hij een jaar gevangenisstraf wegens mishandeling. Drie maanden later kwam hij op borgtocht vrij en vertrok hij onmiddellijk, met achterlating van al zijn bezittingen, naar Rotterdam. Daar kwam hij, na echtscheiding, eind december 1936 geheel berooid aan: "Ik Had nog precies twee knaken in mijn zak."

Ondanks deze zakelijke en persoonlijke tegenspoed was Van Klaveren er in de Verenigde Staten in sportief opzicht wel op vooruitgegaan. Hij had oog in oog gestaan met de beste boksers van de wereld čn van hen gewonnen. Daardoor stond hij in deze Amerikaanse jaren hoog op de wereldranglijst.

Van een gevecht om de wereldtitel is het echter - ondanks aankondigingen - nooit gekomen. Waarschijnlijk wensten de Amerikanen niet het risico te lopen dat deze titel, die groot financieel voordeel opleverde, in handen van een buitenlander zou komen.