10 jaar geleden: Arie Luyendijk wint Indy 500

Maurice (Maurisico)
Op de dag dat Europa in de ban is van de Grand Prix van Monaco, staat er aan de andere kant van de grote plas één net zo historische wedstrijd op het programma; de Indianapolis 500. Tien jaar geleden won Arie Luyendijk voor de tweede maal de Indy 500. Daarmee ben je in de Verenigde Staten een absolute grootheid, maar dat wordt soms vergeten in Nederland.

De Indy 500, jaarlijks in Indianapolis gehouden, wordt in Amerika het grootste eendaagse sportevenement ter wereld genoemd. De race over de ovale Indianapolis Motor Speedway telt 200 ronden, in totaal 500 mijl. Officieel is het één van de wedstrijden die gereden moet worden voor de Indy Racing League [IRL], de Amerikaanse tegenhanger van de Formule I. Al levert de Indy net zoveel punten op als de andere races, het is veruit de oudste en beroemdste van de reeks. Luyendijk: "" Ik heb iets met Indy. Het is de grootste race. Een half miljoen fans juichen je toe. De sfeer, de spanning, het is moeilijk uit te leggen. Het is de magie."


En juist die race, de meest aansprekende race in de Verenigde Staten wist Luyendijk tot tweemaal toe te winnen. In 1983 verhuist Brabander Luyendijk naar Arizona om zijn geluk te beproeven in de Amerikaanse Indy Car races. Luyendijk rijdt zijn gehele carrière vooraan mee, maar zijn twee overwinningen in de Indy 500 maken hem onsterfelijk in de Verenigde Staten.

Luyendijk heeft iets moois met Indianapolis, Tussen zijn twee overwinningen in 1990 en 1997 staat hij nog tweemaal op het erepodium. In 1991 wordt hij derde, twee jaar later tweede. Dat de Indy 500 enigszins aan populariteit heeft ingeboet in 1997, zal hem een zorg zijn. Het ontstaan van de Indy Racing League in de Verenigde Staten leidt tot een exodus van coureurs uit de Indy Car World-Series. Bekende coureurs als Michael Andretti, Al Unser jr. en Emerson Fittipaldi blijven echter de Indy Car World-Series trouw. Luyendijk vertrekt naar de nieuwe raceklasse: de Indy Racing League. Deze competitie bestaat in 1997uit vijf races op ovale circuits met de Indy 500 als klapstuk. De Nederlander start in het gezelschap van zo'n twaalf debutanten.

In de kwalificatietrainingen op 11 mei kondigt Luyendijk zich al aan als kanshebber. Hij rijdt de beste tijd met een gemiddelde snelheid van 349,210 kilometer per uur. Het goede gevoel blijkt juist. Ook in de race zelf blijkt “the flying Dutchman” in vorm. Luyendijk gaat de laatste rondes in als koploper. De finale van de race is chaotisch. Maar Luyendijk houdt, als één van de weinigen, het hoofd koel. Tijdens de laatste twaalf ronden zwaaien de baancommissarissen tot drie keer toe met waarschuwingsvlaggen. Bij de derde keer is dat als Tony Stewart de muur raakte. Hij kan de race wel vervolgen en als vijfde eindigen. De race wordt voor de laatste ronde nog geneutraliseerd. Luyendijk kan mede dankzij de chaos zijn voorsprong op teamgenoot Scott Goodyear behouden. Als het sein veilig voor de laatste ronde wordt gegeven door een groene vlag, blijven de lichten langs het circuit op geel staan. Het leidt tot enige verwarring waarvan Goodyear de dupe wordt.

De Schot Jeff Ward zorgde er met zijn derde plaats voor dat geen enkele Amerikaan op het erepodium komt.

Een één-twee-resultaat kwam voor het laatst in 1962 tot stand. In het Convention Center van Indianapolis wordt de racedag besloten met het Victory Bancquet, dat rechtstreeks op televisie wordt uitgezonden. Presentator Bob Jenkins overhandigt daar namens de Speedway-familie Hulman George de cheques en maakt de verdiensten van de rijders bekend. Uit de record-gevulde ruif van $8.634.450 doet Luyendijk met $1.553.650 de grootste greep.

Veel geld! Maar als Indy-winnaar ben je dan ook een grote meneer. Luyendijk wordt daags erna van ceremonie naar ceremonie gesleept. Elk tv-station in Amerika -en dat zijn er ook in 1997 heel wat meer dan bij ons- wil hem interviewen. Hij poseert voor posters (de bekende overwinnaarsmelk, goed voor 25.000 dollar). Afspraken voor de show van David Letterman worden gemaakt.

Luyendijk wilde in 1997 graag stoppen. Maar in de euforie na de race twijfelt hij nog "Als je dit weer allemaal meemaakt, is het toch weer heel erg leuk. Ik sta echt in tweestrijd. Mijn verstand zegt stoppen, maar m'n geest is nog jong. Ik voel me ook geen 43 jaar. Mijn vader heeft precies hetzelfde probleem. Die wil ook niet accepteren dat-ie 75 is en zou het liefst nu nog in een Formule Ford stappen. We zijn gewoon racegeil", zegt Luyendijk.