Jef D'Hont zorgt voor zoveelste onthulling

Maurice (Maurisico)
Voormalig wielerverzorger Jef D'hont heeft een onthullend boek over doping geschreven. Zijn boek getiteld: 'Memoires van een wielerverzorger' verhaalt over zijn veertigjarige carrière in de buik van het peloton. In zijn boek spreekt hij openhartig over het dopinggebruik 'dat altijd aanwezig was' in het peloton.

D'Hont schreef zijn boek omdat hij de hypocrisie en de omerta in het wielrennen beu is na de vele dopingaffaires. "Het is geschreven uit liefde voor het wielrennen. En voor de jonge renners, de kampioenen van morgen, die hopelijk inzien dat het anders moet en kan", aldus D'Hont.

Jef D’Hont was een “beruchte” verzorger. "Jef Bidon" was zijn veelzeggende bijnaam. D’Hont was één van de verzorgers die tijdens de beroemde Festina-affaire werkzaam was bij Festina. In die affaire werd collega Willy Voet opgepakt met een vracht epo waar je zo werd gezegd "een heel peloton mee kon bevoorraden.

D’Hont heeft echter niet alleen Festina als onderwerp in zijn boek. Ook Telekom moet het ontgelden. Van 1992 tot 1996 was D'Hont verzorger bij de Duitse topploeg, waar Walter Godefroot toen ploegleider was. "Wat niet kon gevonden worden tijdens een dopingcontrole, was voor Walter geen doping", zegt D’Hont in zijn boek.

D'Hont bevestigt dat Telekom de eindzege boekte in de Tour de France van 1996 via de met epo geprepareerde Bjarne Riis, die in die Tour zelfs een 'levensgevaarlijke' hematocriet van 64 zou halen. De Deen Riis staat al lange tijd onder verdenking van veelvulidg epo-gebruik tijdens zijn carriere.

De ploegleiding en de dokters waren aanvankelijk tegen de intrede van epo in de Telekom-ploeg, maar de successen van de Italiaanse ploegen staken de ogen uit. Begin jaren ’90 vlogen de Italianen over de weg. "Het was epo of niet kunnen volgen". Uwe Ampler was volgens D'Hont de eerste die in 1993 op eigen houtje binnen de ploeg met een epokuur begon.

Volgens D'hont werd het gebruik daarna binnen de ploeg structureel georganiseerd. "De dokters van de Universiteit van Freiburg zouden het product rechtstreeks aan de renners bezorgen. Als de dokters afwezig waren, of de renners waren moeilijk te bereiken, dan zouden de verzorgers als tussenpersonen optreden."

Walter Godefroot organiseerde het dopingsysteem en financierde het samen met zijn rechterhand Eddy Vandenhecke. "Het begon met één, twee renners in kleine hoeveelheden. Al snel volgden alle anderen, op Madiot en wat uitzonderingen na. We hadden geen keuze, dachten we toen. Het was een langdurig moment van collectieve verdwazing, heb ik achteraf bedacht. Eens de trein vertrekt, stopt hij niet meer. Dat was met epo niet anders."

In 1994 kwam Rudy Pevenage, de latere vertrouweling van Jan Ullrich en toenmalige goede vriend van Godefroot, bij het team.

Hij mocht van Godefroot zijn gang gaan, getuige een door D'Hont neergeschreven gesprek over epo tussen de twee: "Je mag heel ver gaan, maar je begrijpt dat ik mijn handen niet mag verbranden. Je hebt mijn volle steun, maar als je ooit problemen krijgt, dan moet ik je laten vallen."

D'Hont verliet de Duitse ploeg in 1996, omdat hij de druk van het dopingsysteem niet meer aankon.