OHV: Van 'anti' tot 'kleine' Ronde

Bram (Chiel-Montagne)
Met de Ster van Zwolle opent vandaag traditiegetrouw het Nederlandse wegseizoen. Toch is het voor de meeste wielerfanatici vandaag in Gent te doen, want daar staat de 'officiële' ouverture van het profwielerseizoen op de rol: de Omloop het Volk. De Vlaamse wielerkoers, 200 zware kilometers tussen Gent en Lokeren over beruchte Vlaamse kasseien en hellingen, is de start van het twee maanden durende klassiekerseizoen in Noord-Europa.

De eerste grote afspraak. Na een periode van opwarmkoersen op exotische oorden als Qatar, Maleisie, Australie en in Zuid-Europa, moet het wielergilde vandaag 'echt' aan de slag. Een kleine vijf uur, in een scenario van veel wind, regen en kou, stampen op kasseien en tien Vlaamse hellingen die we veelal ook uit de Ronde van Vlaanderen kennen, zoals de Oude Kwaremont (51 km), de beruchte Muur van Geraardsbergen (82 km) en de Berendries (125 km). Dankzij deze kasseienheuvels, die sinds 1950 de route kleuren, wordt de Omloop ook dikwijls liefkozend de 'kleine Ronde van Vlaanderen' genoemd. Die typering wordt door Het Volk, het organiserende dagblad, uiteraard gezien als een fraai compliment om vergeleken te worden met een dergelijk wielermonument. Hoe anders was dat vijftig jaar geleden. Toen waren de Omloop en de Ronde namelijk allesbehalve vrienden van elkaar. Hun rivaliteit had voornamelijk historische redenen.

Een ordinaire krantenruzie, om precies te zijn. De organisator van de Ronde van Vlaanderen, het conservatieve Het Nieuwsblad, had er tijdens de Tweede wereldoorlog namelijk voor gekozen om haar koers gewoon te laten doorgaan. Dat kwam het dagblad na de bevrijding op het verwijt te staan met de Duitse bezetter te hebben gecollaboreerd. Vooral in de ogen van de progressieve krant Het Volk had de Ronde zijn geloofwaardigheid verspeeld. Sportredacteur Jérome Stevens kwam dan ook met een alternatief: op zondag 25 maart 1945 moest de eerste Omloop van Vlaanderen plaatsvinden. Dat bleek een erg ambitieus plan, want door de oorlog (die elders nog in volle gang was) waren veel hoofdwegen gereserveerd voor militaire voertuigen. Stevens liet zich echter niet uit het veld slaan en kreeg enkele uren voor de start onder strenge voorwaarden het groene licht: het peloton moet steeds uiterst rechts van de weg rijden en op bepaalde stukken dient de koers geneutraliseerd te worden.

De indrukwekkende inspanningen van Stevens ten spijt, was de Omloop van Vlaanderen geen lang leven beschoren. Het Nieuwsblad kende immers weinig concurrentie, omdat de koers van Het Volk vooral als een snode kopie werd gezien. Vanaf 1947 koos Het Volk er dan ook voor om de naam om te dopen tot de Omloop Het Volk. Maar ook daar wist het rivaliserende dagblad iets op: net als alle andere kranten koos het ervoor om in haar katern(en) te berichten over Gent-Gent en late, vanaf 1996, Gent-Lokeren. Inmiddels heet het overal gewoon de Omloop het Volk, zoals het hoort. De eerste grote krachtmeting onder klassiekeromstandigheden.

De ambitie van de Omloop om ieder jaar het wielerseizoen in Belgie en Noord-Europa in het bijzonder in te leiden, is echter niet zonder risico. Eind februari, of in dit geval begin maart, valt immers nog midden in de regeerperiode van koning Winter. De kans dat er sneeuw valt of dat het ijzelt, is in deze periode dan ook aanzienlijk. Dat heeft de wielerkoers in het verleden nog wel eens parten gespeeld. Zo mochten de coureurs in 1971, 1986 en 2004 in hun bed blijven liggen. Althans, in laatstgenoemden gevallen, want aan het begin van de jaren zeventig viel het besluit tot afgelasting pas op het allerlaatste moment. Aan de vooravond van de 26ste Omloop had het gesneeuwd. Op de dag zelf lag er echter nog maar een dunne laag sneeuw, waardoor de organisatie in spoedberaad bijeenkwam om over het lot van diens wedstrijd te beslissen: afblazen of toch laten doorgaan? De renners en ploegleiders wachten ter plaatste op het verdict. Uiteindelijk kwam de organisatie tot de conclusie dat het te gevaarlijk zou zijn om te koersen. Om half elf werd de knoop doorgehakt: geen Omloop.

"Men zou als gewone organisator de wedstrijd wellicht kunnen doorzetten, zich misschien verplicht gezien hebben enorme risico's te nemen als gevolg van bepaalde financiële verbintenissen. Onze krant kon en wilde niet één renner het risico opdringen dat zijn seizoen, zijn broodwinning vanaf de eerste dag verknoeid zou worden", aldus de verantwoording van het organiserende dagblad in diens uitgave.Een Saillant detail is overigens dat de 26ste editie uiteindelijk nog wel in 71’ verreden werd. Dat eistte echter wel wat improvisatievermogen van Het Volk, omdat er niet alleen herbegonnen moest worden met het op poten zetten van de organisatie van het wielerspektakel, maar tevens moest er in de toen ook al overvolle wielerkalender een nieuwe datum worden geprikt. Gelukkig waren de organisatoren van de GP Pino Cerami in Wasmuel bereid om hun datum - donderdag 26 maart - af te staan aan de Omloop en hun eigen wedstrijd te verplaatsen naar 1 april, waardoor er als nog in Oost-Vlaanderen gekoerst kon worden. Eddy Merckx pakte destijds de bloemen; iets wat hij in zijn carriere nog eenmaal zou herhalen (1973).

In 86’ en 04’ stond zogezegd wel al vrij snel vast dat de seizoensouverture geen doorgang kon vinden. Beide keren was Pluvius de grote boosdoener. De oppergod koos ervoor om de wegen van de Vlaamse Ardennen al ruim voor het vertrek met een dik pak sneeuw te bedekken, waardoor er voor de organisatie niks anders opzat dan er al vroegtijdig een streep door te zetten. De Omloop kon immers onmogelijk op een veilige manier plaatsvinden. Meteen werden alle betrokkenen van de afgelasting gewaarschuwd om hen een overbodige tocht naar Gent te besparen. Een juiste beslissing want 's middags waren tal van hoofdwegen nog spekglad. In 86’ was het zelfs zo erg dat het gehele Belgische openingstweeluik moest worden afgelast, iets dat in zowel 71’ als 04’ niet het geval was.

U begrijpt dan ook dat Koning Winter bij organisator Wim Van Herreweghe niet op een vorstelijk welkom hoeft te rekenen. Of dat bij het publiek ook zo is, is echter nog maar de vraag, aangezien de barre weersgesteldheid de koers in het verleden meermaals hebben gekleurd. De meest fameuze edities van de Omloop waren immers degenen waarin de coureurs geplaagd werden door ijzige weersomstandigheden, zoals in 1981 en 1984. De renners moesten zich toen in een scenario van veel regen, wind en kou over de aanwezige kasseien en hellingen trappen. Een heuse hellentocht, zoals ook bleek uit de reactie van de winnaar in 81’, Jan Raas, tegen de aanwezige media: "Wie met mij wil babbelen, moet maar mee onder de hete douche, want ik besterf het van de kou." Eddy Planckaert zei drie jaar later, na zijn winst, helemaal niks. Zijn met een van de kou vertrokken gezicht met blauwe lippen sprak immers boekdelen. "Je hoorde duidelijk iets kraken toen de kleine voet aan grond zette", merkte de Vlaamse sporjournalist Rik Vanwalleghem op. "Brrrtrrrt, waren de historische letters die uit zijn mond klapperden. Hij pinkte een ijspegel van onder zijn neus weg, kreeg van de verzorger een doekje tegen het verdere invriezen en werd vervolgens door de massa als een ijshockeypuck heen en weer geslingerd." De eerdergenoemde edities zijn voorbeelden van de talloze heroische zegetochten die de wielersport zo speciaal maken; cyclisme in optima forma!

Of we vandaag opnieuw een memorabele editie krijgen, is de vraag. Dat ligt niet alleen aan de weersomstandigheden, maar ook aan de renners zelf. Beide factoren bepalen immers hoe zwaar de koers daadwerkelijk wordt. Uiteraard is het voor de wielerfanatici te hopen dat de renners, en vooral de Belgen, er een harde wedstrijd van willen maken. Dat zal ook wel moeten gebeuren, want anders zijn mijns inziens Tom Boonen en diens team Quick-Step spekkopers. Tornado Tom heeft in de Ronde van Qatar, waar hij maarliefst vier ritten won, namelijk laten zien goed uit de winterbreak te zijn gekomen en zint op nieuw succes in eigen land – ook al zegt hij zelf op 85 procent van zijn kunnen te functioneren. Niet alleen omdat de Omloop nog op zijn imposante palmares ontbreekt, maar ook omdat een goed optreden op de Oost-Vlaamse wegen garanties lijkt te geven voor een succesvolle voorjaarscampagne; de coureurs die goed zijn in de Omloop spelen immers vaak een belangrijke rol in de wedstrijden erna, zoals onder meer hoogmis van het Vlaamse wielrennen, de Ronde van Vlaanderen.

Boonen is met zijn equipe, waarin ook de mede-favorieten Gert Steegmans en Peter van Petegem – die bij een overwinning alleenheerser kan worden met vier zeges – zitten, dan ook de te kloppen man. Zijn naast belagers moeten, bijna logischerwijs, in de Belgische hoek gezocht worden. Voor de Belgen, en dan met name de Vlamingen, is de Omloop namelijk iets speciaals: het is de langverwachte opening van het Belgische wielerseizoen. Claude Criquielion zei ooit: "Voor een Belgische renner betekent winst in Het Volk dat hij ook het jaar daarna nog werk heeft. Voor alle anderen is het geen grote wedstrijd." Dat blijkt ook wel uit de erelijst, want maarliefst 53 maal wist een thuisrijder als eerste zijn wiel over de meet te drukken. Boonen en zijn ploegmakkers zullen zich dan ook vooral concentreren op Leif Hoste, Nick Nuyens, Philippe Gilbert, Nico Eeckhout en Stijn Devolder.

Toch moet het team van Patrick Lefevere ook rekening houden met een aantal buitenlandse klasbakken, en dan vooral hen die – net als de eerdergenoemde Belgen – verknocht zijn aan de kasseien en de voorjaarsklassiekers. Denk hierbij aan Filippo Pozzato, Andreas Klier, Sergei Ivanov, Bernhard Eisel, Steffen Wesemann, Juan Antonio Flecha en natuurlijk ‘onze’ troeven: Leon van Bon en Max van Heeswijk, die zichzelf graag een verlaat verjaardagscadeau zal willen schenken. Of zal de wielerwereld een nieuwe held in haar armen kunnen sluiten, zoals in 1969 het geval was? Roger De Vlaeminck verraste destijds immers vriend en vijand door er in zijn allereerste profkoers met de bloemen vandoor te gaan. De latere Monsieur Roubaix verwees met een krachtige spurt onder meer Patrick Sercu en Eddy Merckx terug. Wie weet, 38 jaar na dato.

Mijn persoonlijke favorieten:
***** Boonen.
**** Steegmans, Pozzato.
*** Hoste, Gilbert, Nuyens.
** Van Petegem, Eisel, Van Bon, Devolder.
* Klier, Wesemann, Eeckhout, Ivanov, Van Heeswijk.