[voorbeschouwing] Giro d'Italia

Pieter (Falco)
Zaterdag 6 mei gaat in Seraing, vlakbij Luik, de 89e Ronde van Italië van start. Voor Italianen is de Giro d’Italia verreweg de belangrijkste wielerwedstrijd van het jaar. De organiserende Gazzetta dello Sport leeft er al weken naar toe en alle grote Italiaanse renners richten zich toch vooral op deze wedstrijd.

Iedere Italiaanse renner droomt ervan om de Giro te winnen, maar ook bijna alle grote niet-Italianen, waarbij eigenlijk alleen Lance Armstrong mist, staan hier op de erelijst. Maar toch is de Giro vooral het domein van de Italianen (de laatste negen jaren was de winnaar Italiaans): Alfredo Binda, Fausto Coppi en Gino Bartali, Francesco Moser en Giuseppe Saronni, Gianni Bugno en Marco Pantani. Slechts 25 keer ging de eindzege naar een buitenlander en dat waren dan zeker niet minsten, onder hen: Anquetil, Merckx, Hinault, Indurain.

Misschien is de Giro wel de mooiste grote ronde. Anders dan de Tour, die er eigenlijk elk jaar vergelijkbaar uitziet (dit mede door de geografie van Frankrijk), is het parcours van de Giro elk jaar weer een verrassing. Bij het bepalen van het parcours wordt mede rekening gehouden met de favorieten die men wil zien schitteren. Ook zijn de Italiaanse bergen zwaarder dan de Franse. Verder zijn er altijd heel een hele rij diverse favorieten, waardoor er bij aanvang deze ronde weinig zekerheid is, wie nu zal gaan winnen.

Het parcours
De Giro van dit jaar is loodzwaar, krankzinnig zwaar. Het begint al met de proloog in Seraing, waar men start vanwege de vele Italiaanse immigranten. Een andere reden is het herdenken van een mijnramp die daar vijftig jaar geleden plaatsvond, waarbij veel Italianen omkwamen. Daarin zit meteen al een bult met een stijgingpercentage van maximaal 10 procent. Hierna volgen nog 3 etappes in Wallonië. In de eerste en derde etappe liggen te weinig bulten te ver van de aankomst om een massasprint te voorkomen. De tweede etappe eindigt bergop, op de citadel van Namen, wat renners als Rebellin en Bettini kansrijk maakt.

Na de verplaatsing naar Italië volgt meteen de ploegentijdrit. In deze loodzware discipline kun je (cliché, cliché) de Giro niet winnen, maar wel verliezen. Hierna volgt een week met vlakke etappes en het eerste middelgebergte, mét één aankomst bergop, waarin de favorieten zich al zullen laten zien. Na de rustdag volgt dan de volgende test voor de favorieten, de enige individuele lange tijdrit. Voor de (weinige) sprints kan men rekenen op een tweestrijd tussen Alessandro Petacchi en Robbie McEwen. Beiden zullen waarschijnlijk deze loodzware Giro niet uitrijden. Dit heeft alles te maken met de loodzware, allesbepalende slotweek: vijf bergetappes, drie met aankomst bergop.

Eerst staan twee relatief makkelijkere etappes in de westelijke Alpen op het menu, maar daarna gevolgd door de loodzware Dolomieten, met natuurlijk als hoogtepunt de nu al legendarische Kronplatz (Plan de Corones). Deze berg met maximale stijgingspercentages tot 24% is de laatste 8 kilometer slechts een grindpad. Elk weldenkend mens verklaart dat deze klim gekkenwerk is, en niet te doen op een gewone fiets. Hierna wachten de renners nog twee bergetappes, één met aankomst op de Passo di San Pellegrino waaronder de grande finale van deze Giro, op de laatste zaterdag. Dan zal de rit over de Gavia (het dak van deze Giro) en de Mortirolo voeren. Dit zijn dé twee zwaarste bergen van de Giro, vuurwerk gegarandeerd dus. De finish is traditiegetrouw na een vlakke rit in Milaan.


Een stukje Mortirolo, één van de krankzinnige cols, die bedwongen zal worden.

Favorieten
De belangrijkste kanshebber voor deze Giro lijkt Ivan Basso te zijn. Vorig jaar werd hij door ziekte uitgeschakeld, dit jaar wil hij Tour én Giro winnen. Hij heeft al laten zien in vorm te zijn, zijn ploeg is sterk (ploegentijdrit!) en hij kan zowel goed klimmen als tijdrijden. Damiano Cunego, de winnaar van twee jaar geleden, is door de Gazzetta gebombardeerd tot zijn belangrijkste concurrent. Hij heeft tot nu toe al verschillende Italiaanse continentale wedstrijden gewonnen en zo aangetoond een prima vorm te bezitten. Of zijn ploeg Lampre goed genoeg is en of hij het in een echt grote wedstrijd ook kan, moet nog blijken. Paolo Savoldelli is de winnaar van vorig jaar, maar dit jaar geen topfavoriet. Het lijkt de kracht van Savoldelli te zijn dat hij van tevoren nooit tot de topfavorieten wordt gerekend, ondanks dat hij al twee keer de Giro gewonnen heeft. Hij doet nooit echt spectaculaire dingen, maar weet mede door zijn tijdrit, zijn spectaculaire daalkunsten en zijn ploeg toch een topklassement te rijden. Gilberto Simoni heeft dit jaar een nieuwe ploeg, en was in de afgelopen Giro's altijd bij de top te vinden, dus ook hij zal er dit jaar wel weer staan.

Naast deze vier topfavorieten zijn er ook nog de outsiders. Danilo Di Luca heeft zijn hele seizoen op de Giro heeft gezet, maar het is nog maar de vraag of hij het hooggebergte en de tijdritten echt aankan. De Colombiaan Rujano was vorig jaar dé grote verrassing en zijn landgenoot Parra was de koning van de Dolomieten. De Spanjaard Garate van Quick-Step heeft al een vierde en vijfde plaats op zijn palmares, en reed een goed voorseizoen.
Tot slot is er nog Jan Ullrich. Hij is net begonnen dit seizoen, is (uiteraard) nog te zwaar, en rijdt de Giro vooral om kilometers te maken. Maar een verrassing in de laatste week zou toch zomaar kunnen.

De Nederlanders
Er rijden na de afmelding van Bram Schmitz slechts zes Nederlanders mee. Theo Eltink reed vorig jaar sterk bergop, en kan hopelijk die lijn doorzetten. Remmert Wielinga vindt misschien zijn bergtalent van een paar jaar geleden terug. Verder zullen Marc de Maar, Koen de Kort, Addy Engels en Stef Clement vooral ervaring opdoen, werken voor hun kopman en misschien meezitten in een lange vlucht. In het klassement lijken zij niet echt mee te kunnen doen.


Zal Il Falco net als vorig jaar een feestje vieren in de roze trui?

Favorieten
***** Ivan Basso, Damiano Cunego
**** Gilberto Simoni, Paolo Savoldelli
*** Danilo Di Luca, Juan Manuel Garate, Michele Scarponi
** Ivan Parra, Jose Rujano, Mauricio Ardilla, Sergei Gontsjar, Bobby Julich
* Jan Ullrich, Michael Rasmussen, Leonardo Bertagnolli, José-Ivan Gutierrez, Tom Danielson, Wim van Huffel

Met veel dank aan PjotrOegroemov voor deze voorbeschouwing