[Column] "Het 'realisme' van San Marco"

Michel (Baraja)
Bondscoach Marco van Basten zei maandag tegenover het ANP dat alleen een wereldtitel hem tevreden maakt. Ondertussen ontbeert het Oranje aan cruciale voorwaarden om in de nacht van 9 juli een volksfeest in te luiden.

Van Basten gaat gelukkig niet gebukt onder de belommerde dreven van zijn voorganger, maar Advocaat had één pluspunt: realisme. Dat het gekunstelde Oranje-legioen hem neersabelde voor een logische wissel in de wedstrijd tegen de Tsjechen was ronduit betreurenswaardig. Nederland zou toch wel onder de voet zijn gelopen en juist een Stachanovwerker in de persoon van Paul Bosvelt vertraagde de trein der Midden-Europeanen. Is Van Basten wel zo realistisch met zijn streven naar een wereldtitel?

Een panacee om de mondiale titel te veroveren is er niet. Drie van de laatste vier wereldkampioenen - Frankrijk 1998, Brazilië 1994 en Duitsland 1990 – hadden in ieder geval het geluk aan hun zijde door een strafschoppenreeks te overleven op weg naar de huldiging. Oranje won nog nooit een penaltyserie op de mondiale, en als zelfs Denny Landzaat al niet meer kan pronken met een ongeschonden blazoen belooft dat het ergste in de knock-outfase.

Naast geluk is de kwaliteit van de selectie uiteraard een belangrijke voorwaarde om met de Jules Rimet Cup goede sier te maken. Voor welke clubs komen de toekomstige wereldkampioenen uit en wat presteren zij dit seizoen? Van de door Van Basten opgeroepen manschappen voor het oefenduel met Ecuador maken alleen Cocu, Vennegoor of Hesselink, Robben, Van Bronckhorst en Van Bommel nog serieus kans op de landstitel. De Europese bekertoernooien zijn niet ver genoeg gevorderd om een balans op te maken, maar in de Champions League zijn Van Bommel en Van Bronckhorst volgende week waarschijnlijk de laatste representanten van de Oranje-selectie.

Natuurlijk: honger is vaak beter dan verzadiging. Zidane had in 1998 driemaal achtereen een finale van een Europa Cuptoernooi verloren en verscheen op en top gemotiveerd aan de start van het WK. Het beste is dan ook spelers op te roepen die net niet een grote prijs winnen. Zelfs zulke voetballers herbergt Oranje niet in de selectie. Als de hofleverancier roemloos wordt uitgeschakeld door een Spaanse degradatiekandidaat voorspelt dat weinig goeds.

Verder heeft de wereldkampioen altijd een makkelijke poule, zodat hij energie kan sparen. Schoolvoorbeeld is Brazilië in 2002. Met ontwikkelingslanden als China en Costa Rica in de groep hadden de Goddelijke Kanaries twee extra oefenwedstrijden. Het lot was Nederland in december minder gunstig gezind met Ivoorkust, Servië-Montenegro en Argentinië en een eventuele achtste finale tegen Portugal of Mexico.

Aan bovengenoemde drie criteria (geluk, kwaliteit en loting) voldoet Nederland niet of onvoldoende. De ambities van Van Basten zijn dus te hoog gegrepen. Dat is zonde, want een Europees land heeft statistisch gezien alleen kans op de wereldtitel als het WK in het oude continent plaatsvindt. Met het nieuwe rotatiesysteem kan het wel tot 2022 duren voordat het circus weer neerstrijkt in Europa. Alleen enkele Advocaat-elementen in de tactiek van Van Basten zouden Oranje ver kunnen brengen. Niet te aanvallend vooral, want dat is ook een les uit het verleden. Niet de sierlijke Ronaldo, Romario, Matthäus en Zidane waren de sleutelfiguren, maar wegcijferaars als Buchwald of Kléberson.