Historisch: Lorenzo Bandini

Wouter (ziggyziggyziggy)
Monaco wordt beschouwd als een van de kroonjuwelen van het Formule 1-seizoen. Maar naast de beroemdste Grand Prix, is de Monegaskische race ook een van de minst logische. De baan slingert zich dwars door de stad Monte Carlo, er is nauwelijks ruimte voor een pitstraat, geen ruimte voor een podium en de vangrails zijn altijd onverbiddelijk dichtbij.

Hoe dichtbij die vangrails zijn, is tijdens 53 Grand Prix-weekends in Monaco door diverse coureurs op dramatische wijze gedemonstreerd. Opvallend is dat bijna alle ernstige ongevallen in de serie bochten direct na het uitkomen van de tunnel zijn gebeurd. Waar tegenwoordig een chicane ligt, konden coureurs in vroeger jaren met bijna 300 km/h de bochten langs de jachthaven injagen.

Karl Wendlinger werd in 1994 bijna de recentste rijder die het leven liet in Monte Carlo. Die twijfelachtige eer gaat echter nog steeds naar Lorenzo Bandini. De nuchtere Italiaan verloor het leven tijdens de Grand Prix van Monaco van 1967.

Bandini's carrière was maar een kort leven beschoren. Hij werd in december 1935 in Libië geboren, maar verhuisde op 3-jarige leeftijd naar Italië. Daar kwam hij in 1951 in de leer bij een lokale garage en opende vijf jaar later zijn eigen autoherstelbedrijf. Zijn bedrijf leverde hem genoeg geld op om te beginnen met racen en niet lang na een verrassende overwinning in de wereldberoemde Mille Miglia werd hij uitgenodigd om in een Cooper-Grand Prix-bolide deel te nemen aan een race op Pau, die overigens niet voor het Formule 1-kampioenschap meetelde. Hij werd derde, achter Jim Clark en Jo Bonnier.

Dat resultaat was genoeg voor Enzo Ferrari en in 1962 tekende hij bij het Ferrari-team, als tweede rijder naast latere kampioen John Surtees. Datzelfde jaar scoorde hij in Monaco zijn eerste podium en twee jaar later wist hij de Oostenrijkse Grand Prix op zijn naam te schrijven. In 1966 werd hij eerste coureur bij Ferrari en na een pole position en twee snelste ronden dat jaar werd hij in 1967 getipt als kanshebber voor het kampioenschap.

Ondertussen wist Bandini ook overwinningen in andere raceklasses te scoren. Hij won in 1963 al de 24 uurs-race van Le Mans, schreef in 1965 de beroemde Siciliaanse wegrace Targa Florio op zijn naam en behaalde in 1967 een overwinning in de 24 uurs van Daytona in de Verenigde Staten.

Het geluk zou de rustige Bandini, die wars van politieke spelletjes was, echter niet blijven toelachen. Voor zijn eerste race van 1967, in mei van dat jaar in Monaco, stond hij op de eerste startrij en wist direct de leiding te pakken. Jack Brabham, de polesitter van die dag, kwam niet ver doordat hij zijn motor opblies, maar ook voor Bandini ging niet alles van een leien dakje. Hij werd in de zesde ronde ingehaald door Denny Hulme en Jackie Stewart, maar kreeg de tweede plaats op een presenteerblaadje toen Stewart uitviel met transmissieproblemen.

Bandini begon een opmars naar Hulme en wist de Nieuwzeelander tot op enkele seconden te naderen, toen hij in ronde 82 in de bocht na de tunnel de macht over het stuur verloor. De Ferrari crashte tegen de houten vangrails en Bandini raakte beklemd onder zijn brandende bolide. Het duurde meer dan vier minuten voordat marshalls de plek van het ongeluk bereikten. Bandini werd met zware brandwonden uit het wrak gesleept, terwijl de race doorging, en overgebracht naar het ziekenhuis, waar hij drie dagen later overleed. Hulme won de race.

Achteraf was er veel kritiek op de geboden hulpverlening na Bandini's ongeluk. Verslaggever Denis Jenkinson relativeerde deze protesten: "De kritiek op de hulpverlening bij het ongeluk in Monaco komt vooral van mensen die niet op die plek aanwezig waren. Raceongelukken zullen blijven gebeuren, maar laten we hopen dat de verantwoordelijken zich hiermee bezig zullen houden en dat zij niet beinvloed worden door filmers en fotografen, die hun geld verdienen met zulke ongelukkige voorvallen. Bandini zal door ons allen gemist worden."