Canadiens eren nummers 12

Corné (Curchulain)
De Montréal Canadiens hebben gisteren nummer 12 uit de roulatie genomen ter ere van niet een maar twee spelers. Een unicum in de geschiedenis van de NHL, waarmee de Canadiens de Boston Bruins passeren in het aantal voormalige spelers dat geëerd wordt door het niet meer gebruiken van hun rugnummer.

In het Centre Bell, thuishaven van de Habs werden Dickie Moore en Yvan Cournoyer verwelkomd door een 20000 fans, spelers van de Canadiens en Toronto Maple Leafs en door voormalig teamgenoot Jean Beliveau. Beliveau won tien Stanley Cups met de Canadiens: vijf als teamgenoot van Moore en vijf als teamgenoot en aanvoerder van Cournoyer, die vanwege zijn enorme snelheid op de eerste meters de bijnaam Roadrunner kreeg. Moore en Cournoyer waren echter nooit teamgenoten. Toen Moore de Canadiens verliet in 1963 was het Cournoyer die zijn nummer 12 kreeg toegewezen.

Moore won in zowel 1958 als 1959 de Art Ross Trophy, als de speler met de meeste punten (assists en goals) gedurende het reguliere seizoen. Cournoyer won de Conn Smythe Trophy in 1973, de award voor de meest waardevolle speler in de playoffs. De vijf opeenvolgende Stanley Cups die Montréal won ten tijde van Dickie Moore is inmiddels een 45 jaar oud record. Met 20 Stanley Cups in totaal hebben de Franstalige Canadezen een voorsprong van negen cups ten opzichte van de Toronto Maple Leafs en Detroit Red Wings.

De Canadiens hebben nu van acht spelers het rugnummer uit de roulatie genomen: Jacques Plante (1), Doug Harvey (2), Jean Beliveau (4), Howie Morenz (7), Maurice "Rocket" Richard (9), Guy Lafleur (10) en Henri Richard (16) zijn de andere Habs die al eerder op deze wijze geëerd werden. Op 11 maart zal ook nummer 5 naar het dak van Centre Bell worden gehesen ter ere van Bernie Geoffrion, die net als Moore tweemaal de Art Ross Trophy won. Deze ceremonies worden georganiseerd in het kader van de aanloop naar het honderdjarig bestaan van de Canadiens, dat in 2009 groots zal worden gevierd.