Rechter stelt Trafigura in het gelijk

Redactie
Slachtoffers van de giframp in Ivoorkust, waar afval van het Nederlandse olieconcern Trafigura werd gestort, hadden geen inzage mogen krijgen in bewijsstukken voor de strafzaak. Door dat wel te doen, heeft de Nederlandse staat onrechtmatig gehandeld.

Dat heeft de rechtbank in Den Haag bepaald. In een kort geding had Trafigura geëist dat de Staat het Engelse advocatenkantoor Leigh Day & Co van de slachtofffers zou vragen de bewijsstukken terug te geven. Daarbij zit een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) over de schadelijkheid van het afval.

Het afval, dat in juli 2006 in Ivoorkust terecht kwam, was afkomstig van de Probo Koala. Dat schip was gehuurd door Trafigura. Het afval was aangeboden aan een lokaal afvalverwerkingsbedrijf. De onderneming betaalde de Ivoriaanse overheid 152 miljoen euro. Door het gif kwamen zestien mensen om het leven en raakten tienduizenden mensen gewond.