CDA wil opheldering VS over ontvoering Katja

Redactie

Het CDA wil opheldering over de mogelijke betrokkenheid van de Verenigde Staten bij de 'ontvoering' van de 7-jarige Katja Leendertz, vorige week in Ede. Het meisje werd vorige week door haar vader op klaarlichte dag van het schoolplein geplukt en naar zijn huis in Amerika gebracht.

'Als het verhaal van haar vader klopt, heeft Amerika meegewerkt aan kinderontvoering', zegt CDA-Kamerlid Coskun Cörüz. 'Dat zou ik heel kwalijk vinden. Nederland moet dit uitzoeken en daarna stappen zetten om de Verenigde Staten duidelijk te maken dat zoiets helemaal niet kan.'

Cörüz heeft aan de ministers van Buitenlandse Zaken en Justitie Kamervragen gesteld naar aanleiding van een interview dat de vader van Katja gisteren gaf aan het AD. Daarin zei Paul Leendertz dat hij contact heeft opgenomen met de Amerikaanse autoriteiten voordat hij naar Nederland reisde. Hij toonde een vonnis van een rechter in Pennsylvania, die op 20 mei zijn dochter aan hem had toegewezen, en vroeg medewerking om haar naar de Verenigde Staten te halen.

Nadat hij Katja op 27 mei tegen haar zin had meegenomen, reed Leendertz naar eigen zeggen naar het Amerikaanse consulaat in Frankfurt, waar personeel klaarstond om de benodigde documenten in orde te maken.

Het meisje en haar vader vlogen ongehinderd naar Pennsylvania. De Nederlandse politie sloeg vergeefs alarm via het nationale waarschuwingssysteem Amber Alert.

Cörüz (CDA): 'Het Haags Kinderontvoeringsverdag, dat door Amerika is ondertekend, is duidelijk. Katja moet terug naar de plek waar ze het laatst woonde: naar haar moeder in Ede. Het kan niet zo zijn dat iemand een buitenlands vonnis gebruikt als vrijgeleide. Zo'n vonnis is pas rechtsgeldig als het is erkend door een Nederlandse rechter. Dat is niet gebeurd.

'Als we niet hard optreden, wordt het Kinderontvoeringsverdrag ondermijnd door dit precedent. Op zijn minst had Amerika via diplomatieke kanalen kunnen melden dat Katja veilig was. Dat had paniek na het Amber Alert voorkomen.'