Scholen bieden leerlingen te weinig steun

Redactie

Om de uitval van jongeren uit het vmbo en mbo te bestrijden, moeten scholen veel meer zorg aanbieden dan ze nu doen. De school moet 'structuur en verbondenheid' bieden aan leerlingen die dat thuis ontberen. Dat adviseert de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid in zijn rapport Vertrouwen in de school dat vanmiddag wordt gepresenteerd. De WRR noemt zo'n school een 'plusschool'.

De WRR richt zich in zijn rapport op slechts een deel van de schooluitvallers: de overbelasten. Dat zijn leerlingen die een optelsom van problemen hebben: gebroken gezinnen, armoede, gedragsproblemen, gebrekkige vaardigheden en capaciteiten, criminaliteit, drugs, werkloosheid. Zij vormen de moeilijkste en 'meest dramatische' groep van de uitvallers, en in de vier grote steden vallen de meeste schooluitvallers in deze categorie.

Warmte, aandacht en liefde

'Niemand houdt van ze', tekenen de onderzoekers van de WRR op uit de mond van een schooldirecteur. En in die richting zoekt de WRR ook de oplossing. "De scholen moeten 'verbondenheid' bieden". De onderzoekers citeren met instemming mensen uit het veld die spreken in termen van 'warmte, aandacht, liefde, eigenwaarden en 'erbij-horen'.

Om dat te kunnen realiseren, moeten de scholen niet te groot zijn. Leerlingen moeten zo veel mogelijk te maken hebben met een constante groep van leraren, die moeten opereren als een maatschap: zonder te veel bemoeienis van beleidsmakers en bestuurders, maar 'onderling verbonden door een gezamenlijke missie'.

Sociaal milieu

Plusscholen moeten veel meer geld kunnen krijgen. Nu krijgen scholen alleen extra geld voor leerlingen met een leerachterstand. De WRR vindt dat ook moet worden gekeken naar sociaal milieu. Verder zou geld moeten worden ingezet van de Wet Werk en Bijstand, dat nu wordt gebruikt in geval van jeugdwerkloosheid. Volgens de WRR is het niet nodig te wachten op werkloosheid voordat dat geld wordt ingezet.

De raad wil ook dat de gemeente meer doet om concentratie van de problemen op één of enkele scholen tegen te gaan. Dat kan door spreidingsbeleid, maar het kan ook door de plusscholen flink extra te betalen zodat ze aantrekkelijker worden.