Aangifte misbruik kind na scheiding vaak onterecht

Redactie

Aangiften van seksueel misbruik van een kind zijn bijna altijd onterecht als ze zijn gedaan door een ouder die in echtscheiding ligt. Een landelijke expertisegroep adviseerde de officier van justitie tussen 2003 en 2007 in veertig gevallen het onderzoek te stoppen, zo blijkt uit een onderzoeksverslag. Het Openbaar Ministerie volgt het advies bijna altijd op.

De onterechte beschuldigingen hebben volgens de onderzoekers van de Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken, die 42 gevallen bestudeerden, verschillende oorzaken. Zo zien de ouders afwijkend gedrag van het kind als een signaal van misbruik, maar zouden ze 'vergeten' dat de spanningen die de scheiding met zich meebrengt de oorzaak kunnen zijn. Ook zouden ze door uitvoerige berichtgeving in de media extra alert zijn op signalen van misbruik. Eenvoudig 'doktertje spelen', wat volgens de onderzoekers bij de normale seksuele ontwikkeling hoort, wordt dan al snel gezien als een teken dat het kind wordt misbruikt.

'Bewijs' zoeken

Veel ongeruste ouders onderwerpen hun kind volgens de onderzoekers aan een langdurige ondervraging. Ze blijven suggestieve vragen stellen, tot het kind uiteindelijk in hun vermoedens meegaat. De expertisegroep, die onderdeel is van justitie, zegt in zulke gevallen in een lastige situatie te verkeren, omdat de officier alleen vraagt om een vervolgingsadvies. De groep meldt dergelijke gevallen dus niet bij de Raad voor de Kinderbescherming.

Sommige ouders slepen hun kind mee naar diverse hulpverleningsinstanties, totdat hun vermoeden ergens wordt bevestigd. In het verslag wordt het voorbeeld gegeven van een orthopedagoge die op basis van de achterhaalde poppenmethode concludeerde dat een meisje was misbruikt. De moeder diende daarna onder meer een aanklacht in tegen het OM, omdat het na een eerdere aanklacht geen vervolging instelde.

Een ander voorbeeld betreft een moeder die een paragnoste inschakelde. Die bevestigde het vermoeden van de moeder zonder het kind te hebben gezien. De paragnoste deed enkele 'healings' op afstand en vroeg of mogelijk de vader het meisje had misbruikt. De moeder bevestigde dit en deed aangifte.

De onderzoekers noemen het 'verbluffend' dat een 'normaal denkend mens aan dergelijke slechts als hocus-pocus te betitelen onzin waarde wenst te hechten'. De paragnoste kan niet worden vervolgd, omdat zij niet onder een medische beroepsgroep valt. Wel betitelt de expertisegroep haar rol als 'uiterst kwalijk' omdat ze zonder enige kennis van zaken 'als een waarzegster op de kermis' de bij de moeder bestaande vermoedens bevestigde.