Twaalf jaar cel geëist voor moord op verloofde

Redactie

Tegen drie mensen die worden verdacht van de moord op een 39-jarige Albaniër heeft het Openbaar Ministerie woensdag in hoger beroep twaalf jaar cel geëist. Zij kregen eerder straffen van twaalf en vijftien jaar cel.

Het lichaam van het slachtoffer werd eind mei 2006 tijdens een duikoefening van de brandweer gevonden in de Rotterdamse Rijnhaven. Het lag op de bodem van de haven in de kofferbak van een auto.

Volgens het OM is de man vermoord omdat hij zijn verloofde had mishandeld, en zijn door de vrouw en haar medeverdachten verschillende plannen gesmeed om hem te doden. Zo zou rattengif zijn besteld bij de Rotterdamse ongediertebestrijdingdienst. Uiteindelijk is de man doodgeschoten en is de auto met zijn lichaam gedumpt in de Rijnhaven.

Vorig jaar werd de 40-jarige hoofdverdachte Hanneke H., die haar verloofde op 12 mei 2006 in Rotterdam doodgeschoten zou hebben, veroordeeld tot vijftien jaar cel. Haar 20-jarige zoon Matthew H. en zijn 22 jaar oude vriend Pim J. waren veroordeeld tot twaalf jaar cel en hoorden in hoger beroep dezelfde straf tegen zich eisen wegens het medeplegen van moord.

Twee maanden na de vondst van het lijk werden de drie verdachten aangehouden. Een van hen had in familiekring verteld dat hij bij de moord betrokken was geweest. De uitspraak van het hoger beroep is op 23 oktober.