OM wil afluisteren advocaten onmogelijk maken

Redactie

Een tap moet automatisch worden stopgezet als een verdachte met zijn advocaat belt. Om dat mogelijk te maken moet een systeem van nummerherkenning worden ingevoerd. Het College van procureurs-generaal heeft het voornemen minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin (CDA) hiertoe te adviseren. Dat heeft OM-topman Harm Brouwer vandaag gezegd tijdens het jaarcongres van de Nederlandse Orde van Advocaten in Den Bosch. Menselijke fouten moeten zo worden uitgesloten.

Zogenoemde geheimhoudersgesprekken met advocaten moeten worden vernietigd als ze onder het verschoningsrecht blijken te vallen. In de strafzaak tegen 22 leden van de Hells Angels werd het Openbaar Ministerie in december niet-ontvankelijk verklaard, omdat de vernietigingsplicht niet was nageleefd. In het daaropvolgende onderzoek van justitie bleek dat het vaker fout is gegaan.

Brouwer benadrukt dat aan het voorstel geen integriteitsprobleem ten grondslag ligt. Er zou geen sprake zijn van enige kwade intentie bij het OM en politie om onzorgvuldig met geheimhoudersgesprekken om te gaan. De huidige procedure gaat volgens de topman over te veel schijven, is te complex en de verdeling van de verantwoordelijkheden zou te diffuus zijn.

Begin deze maand bepaalde de rechtbank in Den Haag dat opsporingsambtenaren en officieren van justitie geen kennis mogen nemen van afgeluisterde gesprekken met advocaten als die inhoudelijk zijn betrokken bij het strafrechtelijk onderzoek waar dit gesprek betrekking op heeft. De Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten had de staat voor de rechter gedaagd. Advocaat Marnix van der Werf zei dat zijn kantoor onlangs een aantal dvd's in handen kreeg met negentienduizend opgenomen telefoongesprekken die gedetineerden in de gevangenis hadden gevoerd.

Aan de invoering van nummerherkenning is een keerzijde verbonden: een advocaat kan zijn cliënt bewust van een geblokkeerde telefoonlijn gebruik laten maken. Brouwer noemt dat 'geen perverse fantasie' van het OM, omdat in onderzoeken naar voren is gekomen dat verdachten de telefoon van hun raadsman mochten lenen. "Het komt gelukkig slechts heel af en toe voor, maar dan gaat het niet alleen om onschuldige gesprekken." Brouwer ziet de invoering van een systeem van nummerherkenning daarom als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de politie, het OM en de advocatuur.

Een ander nadeel kan zich voordoen als een advocaat gebruikmaakt van niet aangemelde nummers. Advocaten moeten daarom goed beseffen dat de tapkamers over de actuele nummers van advocaten beschikken, zei Brouwer in zijn toespraak.

De OM-topman is benieuwd met welke oplossingen de Orde van Advocaten komt om oneigenlijk gebruik van geheimhoudertelefoons aan banden te leggen. Hij voorziet geen problemen bij de kostbare operatie om de tapkamers van de politie geschikt te maken voor het automatisch uitschakelen van de tap als een advocaat aan de lijn komt.

Schiedammer parkmoord
In zijn toespraak haalde Brouwer ook uit naar de advocatuur. Zo noemt hij het opmerkelijk dat advocaten zelf geen consequenties hebben verbonden aan de Schiedammer parkmoord en aan andere misslagen. "Natuurlijk, een justitiële dwaling is primair ons probleem, maar zijn de bewuste verdachten wel optimaal verdedigd?", vroeg hij zich af. "Was de kennis van de forensische opsporing adequaat? Waren de cassatiemiddelen en herzieningsverzoeken van het niveau dat je ervan mocht verwachten?"

Mediageilheid
Brouwer hekelt eveneens de mediageilheid van sommige advocaten. Het strafrecht vaart volgens hem wel bij de vluchtige, laagdrempelige en moderne media die de sterk gemedialiseerde samenleving vandaag de dag kenmerken. "Nog niet zo heel lang geleden was het hoogst ongebruikelijk dat een advocaat aan de vooravond van de behandeling van de strafzaak tegen zijn cliënt in een praatprogramma ging zitten", schetst Brouwer. "Een dergelijke mediale pro-formazitting is tegenwoordig tamelijk gemeengoed geworden."

De strafrechtadvocatuur zou handig hebben ingespeeld op de 'inherente zwakheden' van de moderne media. Het OM heeft volgens Brouwer niet kunnen en niet willen concurreren met deze ontwikkeling. Zo zou justitie beperkt zijn in de aard van de informatie die zij met de media wil delen.