China nog niet blij met medaille-oogst

Redactie

51 maal goud, 21 keer zilver en 28 bronzen plakken. Oftewel, honderd medailles in totaal. Nog nooit was China zo succesvol op de Olympische Spelen. De concurrentie is verpletterd, de toeschouwers stonden versteld en heel de sportminnende wereldbevolking poept in de broek van angst voor de Chinese atleten.

Je zou kunnen stellen dat China terug kan kijken op een geslaagd olympisch toernooi. Met afstand eindigde het land bovenaan de medaillespiegel, naaste concurrent Amerika pakte 'slechts' 36 maal goud, maar het kan altijd beter, vinden de Chinezen zelf.

'Er is nog steeds een groot gat tussen China en de rest van de wereld op een aantal toonaangevende sportonderdelen,' laat de president van het Chinees Olympisch Comité Liu Peng vandaag optekenen in de krant Beijing News.

Peng doelt met zijn uitspraken op de magere medaille-oogst op de olympische atletiek- en zwemonderdelen. In deze 'eersterangs sporten' behaalde China slechts vier medailles. Eenmaal goud (200 meter vlinder voor vrouwen) een keer zilver (400 meter vrij mannen) en twee keer brons (marathon en kogelslingeren, beide vrouwen). De Chinezen hadden vooraf gerekend op meer. Zo leek de titel op de 110 meter horden een zekerheidje. Maar topfavoriet Liu Xiang moest voor de start van de race afhaken met een blessure.

"We moeten de schande van het verliezen in moed veranderen en onze achterstand goedmaken. Alles begint nu weer bij nul", liet Peng optekenen.