'Wacht met vaccin baarmoederhalskanker'

Redactie

De landelijke invoering van een vaccin voor baarmoederhalskanker voor alle meisjes vanaf 12 jaar moet worden uitgesteld. Eerst is eerst meer onderzoek nodig naar het effect van het vaccin op 12-jarigen, stellen onderzoekers en artsen van het Erasmus MC, het UMCG en het Nederlands Kanker Instituut. Zij publiceren hun bevindingen morgen op de website van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.

Minister van Volksgezondheid Ab Klink (CDA) wil in september 2009 starten met het vaccinatieprogramma. Hierdoor kunnen jaarlijks enkele honderden gevallen van baarmoederhalskanker worden voorkomen, en ongeveer honderd sterfgevallen. De reden dat meisjes al op 12-jarige leeftijd zouden moeten worden gevaccineerd is dat ze dan veelal nog niet seksueel actief zijn. Het zogeheten humaan papillomavirus, dat verantwoordelijk is voor baarmoederhalskanker, wordt namelijk via seksueel contact overgedragen.

De auteurs waarschuwen voor een overhaaste invoering. Zij vinden het opmerkelijk dat het vaccin nog niet lang genoeg is getest op 12-jarige meisjes. "Wellicht reageren zij anders op het vaccin dan de 15- tot 26-jarige vrouwen bij wie het vaccin wel is getest." De onderzoeken die er zijn, zouden te kort lopen om betrouwbare conclusies te kunnen trekken over de effectiviteit. "Zowel de duur en de mate van bescherming van het vaccin tegen baarmoederhalskanker als de langetermijnbijwerkingen zijn nog niet bekend."

In Nederland krijgen per jaar ongeveer zeshonderd vrouwen baarmoederhalskanker, van wie er tussen de tweehonderd en 250 overlijden. Dat aantal zou met de vaccinatie op termijn kunnen halveren, berekende de Gezondheidsraad.

De onderzoekers vinden baarmoederhalskanker een ernstige aandoening, maar stellen dat het in Nederland geen groot probleem meer is voor de volksgezondheid. "Het is een ziekte die steeds zeldzamer wordt, mede dankzij een goed georganiseerd bevolkingsonderzoek, waarbij met een uitstrijkje voorstadia van kanker worden opgespoord."