Eerder verblijf gedumpte buitenlandse vrouwen

Redactie
Buitenlandse vrouwen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld of door hun ex-partner gedumpt worden in het land van herkomst komen sneller in aanmerking voor een verblijfsvergunning. Dat schrijft minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin (CDA) vandaag aan de Tweede Kamer, mede namens zijn staatssecretaris Nebahat Albayrak (PvdA).

Hirsch Ballin en Albayrak willen een betere bescherming bieden voor vrouwen, en hun kinderen, die bijvoorbeeld tegen hun wil worden achtergelaten in het land van herkomst. Zij komen vaak in zeer lastige omstandigheden terecht, aldus de bewindslieden. Nu geldt dat zij slechts in geval van 'klemmende redenen' kunnen terugkeren naar Nederland. Een belangrijk deel van deze groep vrouwen is afkomstig uit Marokko, weet een Justitiewoordvoerder. Aantallen zijn bij het ministerie niet bekend.

De maatregel is bedoeld voor vrouwen die korter dan drie jaar rechtmatig in Nederland hebben gewoond. Vrouwen die langer dan drie jaar in Nederland zijn, kunnen in veel gevallen al aanspraak maken op een langer verblijf indien hun relatie ten einde komt. Voor een vrouw die door de partner uit een land buiten de Europese Unie is gehaald, is de reden om in Nederland te wonen in de eerste drie jaar om bij de partner te kunnen zijn, licht de Justitiewoordvoerder toe. Als de relatie binnen die periode wordt verbroken, vervalt veelal ook het verblijfsrecht van de vrouw.

Binnen de nieuwe wetgeving wordt ook gekeken naar de banden van de vrouw met Nederland, opvang door familie in het land van herkomst, het gevaar voor een gedwongen huwelijk en de mogelijkheden om in het thuisland te scheiden. Ook weegt de situatie waarin eventuele kinderen terechtkomen mee. Het gaat daarbij om de toegankelijkheid van onderwijs, hoe lang het kind in Nederland naar school ging en zijn nationaliteit.

Voor buitenlandse vrouwen die slachtoffer worden van huiselijk geweld zal niet langer in alle gevallen een aangifte vereist zijn. Een melding bij de politie kan volstaan voor een verblijfsvergunning. Het slachtoffer hoeft voorts niet altijd een medische verklaring te overleggen om te bewijzen dat ze is mishandeld. Ook een verklaring van een instelling voor vrouwenopvang, van hulpverleners, maatschappelijk werkers, de GGZ, organisaties die hulp bieden bij huiselijk geweld of het advies- en steunpunt huiselijk geweld kan volstaan. De voorwaarde dat het slachtoffer de relatie zelf heeft verbroken, vervalt.