Olmert: twee gevangen soldaten zijn dood

Redactie
Twee Israëlische militairen, die Israël van de Libanese Hezbollah-beweging hoopt los te krijgen, zijn dood. Dat heeft de Israëlische premier Ehud Olmert zondag tegen zijn kabinet gezegd bij de behandeling van een voorstel om in ruil voor de twee Israëliërs een beruchte Hezbollah-gevangene vrij te laten.

Het kabinet zal het voorstel waarschijnlijk steunen, maar veel Israëliërs vragen zich af of Israël niet te ver gaat bij het vervullen van zijn morele verplichting alles te doen om soldaten die in handen van de vijand vallen thuis te krijgen.

De twee militairen verdwenen toen Hezbollah in juli 2006 een Israëlische grenspost overviel en daarmee Israël uitlokte tot een 34 dagen durende oorlog op Libanees grondgebied. Het was voor het eerst dat Olmert verklaarde dat zij tijdens of kort na de overval op de grenspost zijn omgekomen.

De Libanees die Hezbollah in ruil voor de stoffelijke resten van de Israëlische militairen vrij wil krijgen is Samir Kantar. Hij zit al bijna dertig jaar vast voor een wrede moord die hij in 1979 pleegde op een vader en diens 4-jarige dochter nadat hij en andere Hezbollah-strijders het noorden van Israël waren binnengeglipt. Nadat hij de vader voor de ogen van het meisje had doodgeschoten doodde hij ook haar, door haar hoofd met zijn geweerkolf tegen een rots kapot te slaan. De moeder van het gezin, die zich met het andere dochtertje van 2 had verstopt, was zo bang dat dit kind zou gaan huilen en door Kantar en zijn strijdmakkers zou worden gevonden dat ze haar per ongeluk verstikte. Kantar, die meerdere malen levenslang kreeg, ontkent het meisje van 4 te hebben gedood.

Van de twee Israëlische militairen is na hun verdwijning nooit meer iets vernomen en Hezbollah heeft verzoeken van het Rode Kruis om hen te mogen bezoeken afgewezen. Er is daarom al vaak gesuggereerd dat zij dood zijn. De vader van een van de twee zei niet verbaasd te zijn dat Olmert hun dood nu als feit brengt, maar daar wel bewijs voor te eisen. Hij zei dat de twee leefden toen ze werden meegenomen en dat de nabestaanden nooit iets hebben gezien waaruit het tegendeel blijkt.