Berlusconi wil onschendbare president

Redactie

De Italiaanse regering heeft vrijdag een wet voorgesteld die voorziet in onschendbaarheid voor de president, de premier en de voorzitters van beide kamers van het parlement. De Kamer van Afgevaardigden en de Senaat, beide beheerst door de conservatieve coalitie van premier Silvio Berlusconi, moeten het voorstel goedkeuren.

Waarschijnlijke kritiek is dat de regering alleen maar uit zou zijn op het beschermen van de premier, momenteel verdachte in een corruptiezaak die dient voor de rechtbank van Milaan. Maar het eigenlijke doel van de maatregel, zei minister van justitie Angelino Alfano, is dat belangrijke figuren uit de politiek ongehinderd hun werk kunnen doen.

De onschendbare politicus zou alsnog vervolgd kunnen worden als zijn termijn is verlopen, omdat volgens het wetsvoorstel gedurende de onschendbaarheid de verjaring van een misdaad wordt stilgezet. De politicus kan ook afstand doen van de immuniteit van rechtsvervolging, staat in het voorstel.

Berlusconi is al vijftien jaar verwikkeld in talloze rechtszaken en heeft de directe confrontatie met de Italiaanse rechtspraak opgezocht. Eerder deze week zei Berlusconi dat sommige rechters politieke drijfveren hebben en noemde hij hen een kanker die woedt in de democratie.

Een ander wetsvoorstel dat naar het parlement is gestuurd -inmiddels omgedoopt tot het voorstel-Red-de-premier- moet er in voorzien dat bepaalde rechtszaken voor een jaar worden opgeschort. Het voorstel is onder meer van toepassing op de zaken tegen Berlusconi. Critici betwijfelen de grondwettelijkheid van het voorstel en zeggen dat het alleen maar dient om de premier te behoeden voor veroordeling, nu de zaak tegen hem zijn einde nadert. Voorstanders zeggen dat het voorstel de rechterlijke macht in staat stelt achterstanden weg te werken in zaken die zware geweldmisdrijven betreffen.

Ook tijdens Berlusconi's tweede periode als premier, van 2001 tot 2006, probeerden conservatieve parlementariërs een wet op onschendbaarheid in te voeren, maar het constitutionele hof oordeelde in 2004 dat hun voorstel in strijd was met de grondwet. Het nieuwe wetsvoorstel bereikt het parlement naar verwachting in juli, en wordt dan mogelijk pas na het zomerreces behandeld.