SuperSmoker moet stoppen met reclame

SuperSmoker moet binnen vijf dagen stoppen met reclame voor de elektronische sigaret die het bedrijf op de markt brengt. Volgens de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) houdt SuperSmoker zich niet aan de afspraak dat in reclames en op verpakkingen uitdrukkelijk moet staan dat er geen nicotine in de e-sigaret zit.

In de praktijk betekende dit dat SuperSmoker alleen reclame mocht maken voor de nicotinevrije e-sigaret. Het bedrijf verkoopt ook elektronische sigaretten waar wel nicotine in zit. De afspraak over de reclame berust op een schikking die het ministerie van Volksgezondheid en SuperSmoker troffen nadat het bedrijf had gedreigd met een kort geding. SuperSmoker wilde onder meer schadevergoeding voor een reclameverbod dat minister Ab Klink aanvankelijk had ingesteld voor de elektronische sigaret.

Op grond van de schikking mocht SuperSmoker onder voorwaarden toch gaan adverteren. Nu SuperSmoker zich daar volgens het ministerie niet aan houdt, wordt het bedrijf gesommeerd de reclame weer te staken. SuperSmoker-directeur Dimitri Kyriakopoulos stelt dat zijn bedrijf zich in de reclame, die sinds zes weken te zien is, wel degelijk houdt aan de afspraken. Hij stelt dat de inspectie al die tijd nooit heeft aangegeven dat de advertenties niet zouden deugen. De IGZ houdt vol dat de vermelding die SuperSmoker in reclames gebruikt niet voldoet aan de afspraak dat deze heel duidelijk zou zijn.

Kyriakopoulos zegt nog met zijn advocaat te moeten overleggen, maar kondigt aan het eerder afgeblazen kort geding en een bodemprocedure alsnog door te gaan zetten. De reclame haalt hij niet van de buis.