Vliegende reptielen aten dino's

Hans (ItaloDancer)
Bij grote vliegende reptielen, die in de dinosaurustijd leefden, stond geen vis op het menu zoals de wetenschap eerder aannam, maar allerlei kleine dinosaurussen. Dat is de opvallende conclusie van een nieuw onderzoek van de Universiteit van Portsmouth (Engeland).

Het onderzoek richt zich op de azhdarchiden (afbeelding), een groep van pterosauriërs (vliegende reptielen) die behoorden tot de grootste vliegende wezens die ooit op onze planeet hebben geleefd. Ze hadden de lengte van een giraffe, een gewicht van 250 kilo en de spanwijdte van de vleugels bedroeg meer dan tien meter. Ze stierven 65 miljoen jaar geleden, tegelijk met de dinosauriërs, uit tijdens de laatste massa-extinctie.

Aangenomen werd dat deze dieren, net zoals bijvoorbeeld meeuwen, over het water vlogen en zo hun lunch in de vorm van verse vis uit het water grepen. De onderzoekers ontdekten echter, dat meer dan de helft van de fossielen van de azhdarchiden in het binnenland gevonden was. Ook had het dier lange achterpoten, kleine voeten en een stijve nek, wat hem ongeschikt maakte om op vis te jagen.

Volgens de onderzoekers brachten de azhdarchiden het grootste deel van hun tijd door op de grond. Ze gebruikten hun vliegkunst alleen om zich snel te kunnen verplaatsen. Zowel eten als voortplanten gebeurde met vaste grond onder de voeten. De dieren zouden zich tegoed hebben gedaan aan kleine, vogelachtige velociraptors, allerlei amfibieën en zelfs babies van de tyrannosaurus rex.