Birma overweegt toelaten hulpverleners

Redactie
Birma (Myanmar) overweegt buitenlandse hulpverleners toe te laten om de slachtoffers van de cycloon Nargis bij te staan. Dit zei premier Thein Sein van het al decennia door militairen geregeerde land bij de opening van een donorconferentie. "De regering is bereid groepen die zijn geïnteresseerd in herstel en wederopbouw toe te laten afhankelijk van de prioriteiten en de noodzakelijke werkzaamheden,'' aldus Thein Sein.

De secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon, zei vandaag dat "het regime in Birma de noodzaak inziet om snel hulp te bieden, Ik hoop dat hun aarzelingen snel tot het verleden behoren, (..) ik hoop dat deze crisis op een keerpunt is aangeland,'' aldus Ban Ki-moon op de donorconferentie in Yangon. Eerder sprak hij met juntaleider Than Shwe.

De militaire junta heeft sinds de cycloon begin mei de delta van de rivier de Irrawaddy trof, veel buitenlandse hulpverleners buiten de deur gehouden. De heersers hebben ook de omvang van de ramp gebagatelliseerd om pottenkijkers zoals hulpverleners te weren. Er was wel veel geld nodig voor de wederopbouw, maar noodhulp voor de slachtoffers was niet meer nodig, suggereerde het regime eerder. De donorconferentie moet geld bijeenbrengen voor de hulpverlening. Ongeveer vijftig landen stuurden een delegatie naar het land. Birmaneese functionarissen spraken over 52 deelnemende landen en 24 organisaties, waaronder hulpinstanties van de Verenigde Naties. Het militaire regime van Birma hoopt bijna 6,5 miljard euro bijeen te krijgen.