Samir A. ziet Nederland niet als plek voor aanslag

Redactie
Samir A. zou nooit een aanslag plegen in Nederland. Hij voelde zich met het land verbonden omdat hij een Nederlands paspoort heeft. "Ik had daardoor een contract met de overheid", zei de terreurverdachte vrijdag tegen de voorzitter van het hof in de Bunker in Amsterdam. In een ander land zoals Tsjetsjenië zou hij er minder moeite mee hebben, voegde hij toe.

Samir A., Nouriddin El F., Soumaya S., Mohamed C. en Mohamed H. worden onder meer verdacht van het vormen van een terroristische organisatie en het voorbereiden van een aanslag op het AIVD-hoofdkantoor. Vier van de verdachten kregen eerder straffen tot acht jaar opgelegd. H. werd vrijgesproken.

Tijdens het verhoor in het hoger beroep van de Piranha-zaak tegen het vijftal zei A. verder dat kroongetuige Lahbib B. liegt. Op de vraag van het hof waarom B. die vermeende leugens dan al zo lang volhoudt zei A. dat hij zich dat ook al twee jaar lang afvraagt.

Kroongetuige B., wiens verklaringen samen met die van zijn vrouw Hanan S. het belangrijkste bewijs zijn in de zaak, zou onder meer hebben gelogen over handschoenen waarin DNA van A. is gevonden. Volgens B. was Samir A. bij hem aan de deur gekomen met een tas met vuurwapens. Hij zou handschoenen hebben gedragen toen hij de wapens liet zien.

A. zegt dat hij een van de handschoenen een keer van B. heeft geleend toen het koud was. Volgens hem zou een nieuw onderzoek zijn verhaal ondersteunen, omdat er dus ook maar in één handschoen DNA-materiaal van hem kan zitten.

B. en zijn vrouw S. werden eind vorige maand zelf veroordeeld tot celstraffen van drie jaar voor betrokkenheid bij terrorisme. De rechtbank in Rotterdam achtte bewezen dat ze deel uitmaakten van een 'criminele organisatie met een terroristisch oogmerk', namelijk het vermoorden van Nederlandse politici. Het Openbaar Ministerie had een jaar cel geëist.

In het verdere verhoor had Samir A. ook nog een verklaring voor het witte poeder, de bivakmutsen en de gasmaskers die bij hem thuis waren aangetroffen na zijn arrestatie in oktober 2005. Het poeder was bloem, de gasmaskers waren voor hem en zijn familie indien de politie een inval met traangas zou doen en de bivakmutsen waren bestemd voor verkoop vanuit huis.

De beruchte afscheidsvideo van Samir A. die begin 2006 werd gevonden was niet serieus bedoeld, zei A. nog maar eens. In die video bedreigde hij politici en de Nederlandse bevolking met de dood. Hij wilde weten hoe het voelde om een video te maken zoals de martelaars doen naar wie hij opkeek, zei hij. Maar de video zou alleen voor hemzelf zijn geweest. Dat iemand anders de clip zou zien was dan ook niet de bedoeling, stelde A. Hij maakte het videotestament bovendien niet in zijn eigen huis, omdat zijn moeder anders boos zou zijn geworden.