Carter verdedigt contact met Hamas

Redactie
De Amerikaanse oud-president Jimmy Carter heeft zijn besluit verdedigd om de leider van de militante Hamas-beweging te ontmoeten. In een interview dat maandag in de Israëlische krant Haaretz verscheen, zegt Carter dat vrede in het Midden-Oosten alleen kan worden bereikt als met alle partijen gepraat wordt. In antwoord op kritiek van minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice zegt hij dat haar departement over zijn reisschema is ingelicht en niet heeft geprobeerd hem van een ontmoeting met Hamas-leider Khaled Mashaal in de Syrische hoofdstad Damascus te weerhouden.

Hamas wil de staat Israël vernietigen en heeft tientallen bomaanslagen gepleegd, waarbij meer dan 250 Israëliërs zijn gedood. Israël heeft geen contact met de groep, die in juni de macht in de Gazastrook heeft overgenomen en daarmee de hernieuwde pogingen van Israël en de Palestijnen om tot een vredesakkoord te komen heeft bemoeilijkt.

Volgens Haaretz wil Carter proberen de vrijlating van drie door Hamas en de Libanese Hezbollah gevangen Israëlische militairen te bewerkstelligen en Mashaal zover te krijgen dat hij met een Arabisch plan voor vrede met Israël instemt.

In Israël bestaat veel onbegrip voor de reis van Carter, toch degene onder wiens bemiddeling het eerste vredesverdrag met een Arabisch land tot stand kwam, in 1979 met Egypte. Hij werd zondag door president Shimon Peres ontvangen, maar andere Israëlische leiders gaan hem uit de weg. Veel Israëliërs menen dat Carter na dertig jaar vijandig is geworden tegen Israël en op de hand is van de Palestijnen.

In Haaretz zegt Carter dat hij zich tijdens en na zijn presidentschap er altijd voor heeft ingespannen 'om Israël vrede te brengen en Israëls buren vrede en gerechtigheid'. De veiligheid van Israël staat voorop. "De dingen die ik gedaan heb, de dingen die ik geschreven heb, deze reis die ik maandenlang heb voorbereid, het is allemaal om dat doel te bereiken", zegt Carter.

Als de Verenigde Staten vrede dichterbij willen brengen, zullen ze ook in contact moeten treden met landen die ze verafschuwen, zoals Syrië en Iran, zegt Carter. Het staat voor hem buiten kijf dat Syrië bij de onderhandelingen betrokken moet worden. "Ik ken de president van Syrië van toen hij student was. Als hij denkt dat de VS hem als een vijand beschouwt, zal hij veel meer geneigd zijn tegen Iran aan te schurken", stelt Carter. "Wij praten niet met de Iraniërs en wij praten niet met veel anderen. Maar als wij een vredesinitiatief beginnen, moeten alle partijen die uiteindelijk met de overeenkomst te maken krijgen, betrokken worden bij de onderhandelingen die tot die overeenkomst moeten leiden."