FNV: velen werken te lang voor bijstandsuitkering

Redactie
Veel gemeenten hebben een hardnekkige neiging om hun inwoners maanden te lang te laten werken voor een bijstandsuitkering. Ze houden zich niet aan de afspraak dat iemand na maximaal zes maanden gewoon salaris moet ontvangen. Ook wordt het werk niet gecombineerd met de scholing die beloofd was in de Raad voor Werk en Inkomen. Die kritiek uit FNV-bestuurder Leo Hartveld in de Lokale Monitor Werk en Inkomen 2008 van de vakcentrale.

Bij elkaar houdt een derde van de gemeenten volgens de FNV de mogelijkheid open dat bijstandsontvangers langer dan zes maanden voor een uitkering werken.

Sinds 2004 is het door nieuwe regelgeving moeilijker geworden om met succes een uitkering aan te vragen. De strengere aanpak leidt er volgens de FNV ook toe dat aanvragers van een uitkering sneller afhaken. Daardoor zouden mensen schulden opbouwen of in de criminaliteit terechtkomen. De FNV wil dat meer gemeenten onderzoeken wat er met de afhakers gebeurt. Nu zou slechts zes procent van de gemeenten dit doen.

Wie een aanvraag voor een bijstandsuitkering indient, moet volgens het rapport nog te lang wachten op een beslissing. In ruim een derde van de gemeenten loopt de wachttijd op tot meer dan vier weken. Het is niet de eerste keer dat de FNV wijst op de lange wachttijd. In 2006 leidde de kritiek ertoe dat aanvragers na vier weken recht hebben op een voorschot.

Dat heeft volgens de FNV tot verbetering geleid, maar nog altijd geeft een derde van de gemeenten niet standaard een voorschot. Ook worden aanvragers er niet op gewezen dat ze daar recht op hebben.

Vorig jaar zaten volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek ongeveer 275 duizend mensen in de bijstand, 27 duizend minder dan een jaar eerder. Ook voor dit jaar wordt een afname voorzien. De bijstand kostte vorig jaar vijf miljard euro, het laagste bedrag sinds 1995.

Voor het rapport onderzocht FNV het beleid van 215 gemeenten.