Twijfels over Enschedese ontuchtzaak

Rob (R@b)
Icoon JustitieDe Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken (CEAS) adviseert het Openbaar Ministerie om de zogenoemde Enschedese ontuchtzaak nader te onderzoeken. De commissie sluit niet uit dat drie verdachten in deze zaak onschuldig zijn veroordeeld.

De Enschedese zedenzaak draait om twee zusjes die jarenlang seksueel misbruik pleegden met een groot aantal jonge kinderen uit hun buurt. Ze zouden daartoe zijn aangezet door hun vader, die hen samen met zijn vrouw en zwager ook zelf zou hebben misbruikt.

Het Gerechtshof in Arnhem veroordeelde in 2002 twee mannen en een vrouw (een vader, een moeder en haar broer) voor verkrachting en ontucht met zes buurtkinderen en twee dochters. De vader (Hennie Knobbe) werd veroordeeld tot 8 jaar cel en TBS, de moeder tot 5 jaar, de broer tot 7 jaar. Alleen Knobbe zit nu nog vast in een tbs-inrichting. De andere twee hebben hun straf reeds uitgezeten.

Volgens de Commissie ontbraken in het strafdossier gegevens die er wél in hadden moeten staan, zoals onderzoeksresultaten die justitie niet van belang achtte voor de zaak. Ook is onvoldoende sporenonderzoek gedaan in woningen en auto's, en voldeden niet alle verhoren aan de gestelde eisen. Verder het OM tijdens het onderzoek soms te veel belang gehecht aan de belangen van hulpverlening, ten koste van de waarheidsvinding.

Er is altijd al kritiek geweest op de veroordelingen in deze zaak. Zo was er geen technisch bewijs, zoals sporen of DNA-materiaal. Ook zou de manier waarop de meisjes zijn verhoord, niet ethisch zijn geweest. De veroordeelde vader Knobbe heeft het misbruik altijd ontkend.

De procureur-generaal bij de Hoge Raad gaat nu onderzoeken of er een herzieningsverzoek moet komen.