'Anti-Wilders beweging schiet doel voorbij'

Peter (pberends)
Icoon PolitiekDe twee politicologen Kees Aarts en Joop van Holsteyn zeggen in een uitzending van EénVandaag dat de verzetsbeweging tegen Wilders onder leiding van Doekle Terpstra zijn doel ernstig voorbij schiet. De politicologen storen zich aan het feit dat het hele integratie- en immigratievraagstuk vooral over de vorm gaat en niet over de werkelijke onderliggende problemen.

Aarts: "Het debat gaat alleen nog over bepaalde personen die dingen aan de orde stellen en de manier waarop dat gaat. Er is veel aandacht voor de vorm. Tegelijkertijd wordt er door de gevestigde politiek genegeerd dat er heel reële problemen aan ten grondslag liggen."

Van Holsteyn bevestigt Aarts: "Het gaat over Wilders, over de aanhang van Wilders en de groei daarvan, maar de vraag die daarachter zit dat is natuurlijk de vraag waar het echt om gaat. Waarom heeft Wilders aanhang, en waarom is deze groeiende? Wat is er aan de hand? Welke problemen, echt of vermeend, spelen er en wat gaan we daaraan doen? Dat zou de echte vraag moeten zijn."

"We zien dat door de Nederlandse bevolking het integratie- en immigratievraagstuk en alles daarom heen, ook de islam, gezien wordt als het belangrijkste probleem waar de Nederlandse samenleving mee te maken heeft. Dat kun je dus niet opzij schuiven als de hobby van Pim Fortuyn of een Geert Wilders. Het is echt een probleem. Dus als je daarover debatteert dan moet er ook voor gezorgd worden dat het over die inhoud gaat en niet alleen over de manier waarop sommige mensen problemen naar voren brengen.", aldus hoogleraar Aarts.

De hoge mate van media-aandacht voor de wilde uitspraken van Wilders heeft volgens de politicologen twee gevolgen; de problematiek waar het eigenlijk om gaat raakt ondergesneeuwd en andere politici willen niet hetzelfde vinden als Wilders, omdat zij als de dood zijn om met hem geassocieerd te worden. Van Holsteyn zegt dat je tegenwoordig geen kritiek op de islam meer mag hebben omdat je anders als halve Wilders-aanhanger wordt weggezet.

Beide politicilogen denken dat Doekle Terpstra met zijn verzetsbeweging Wilders in de kaart heeft gespeeld. Het zou de positie van Wilders alleen maar versterken. De partijleider van de Partij voor de Vrijheid zou alleen maar meer de vertolker worden van het onbehagen van de Nederlandse bevolking, terwijl andere politici de problemen niet serieus nemen.

Gevestigde politici die zich van Wilders afzetten, zouden zich niet alleen van Wilders distantiëren, maar ook van dat deel van de samenleving waarvan Wilders zegt op te komen.

Aarts zegt dat gevestigde politici als het ware de problemen die leven bij een groot deel van de Nederlandse bevolking 'declasseren'. Politici zouden eigenlijk tegen de bevolking zeggen: "Jullie hebben problemen, maar die zouden jullie eigenlijk niet mogen hebben. Deze problemen zouden we in dit land niet moeten hebben en daarom zijn ze niet geldig." De gevestigde politiek zou zich liever met makkelijke 'fatsoenlijke' problemen bezig houden.